De Herklotsen

Een kleine beschouwing over een redevoering uit de oogstmaand van 1803, het vijfentwintigste jubileumjaar van de Teeken Akademie. Over de Herklotsen, Thomas Gaal en een prijs voor J.H. Koekoek.

Op 24 augustus 1803 hield de Teeken Akademie haar vijfentwintigste jaarvergadering. Secretaris Christiaan Herklots (1745-1812) hield een rede die zo werd gewaardeerd, dat de aanwezigen aandrongen op een uitgave. Zo geschiedde. Het Zeeuws Genootschap bezit een mooi gebonden exemplaar met een medaillon op het voorplat waarin het motto van de Akademie staat: Vernuft en Vlijt.

Herklots was gehuwd met Petronella Johanna Ackermans, dochter van Maria Bomme, zuster van de eerste secretaris Leendert Bomme. De opvolger van Christiaan zou zijn zoon Pieter Herklots zijn. Aan hem de eer om de redevoering bij het vijftigjarig jubileum te houden.

Thomas Gaal

In de rede van 1803 gaat Christiaan Herklots in op het ontstaan van de Akademie en noemt de huisbijeenkomsten in 1777 als oorsprong. Hier rijpte het plan om tot een academie te komen.

Tot die grondleggers behoort de schilder Thomas Gaal (1739-1817). Geboren in Dendermonde en overleden in Middelburg. Over de data zijn de diverse bronnen het niet eens. Nagtglas en andere biografen die hem naschrijven melden 2 juni 1739. De Zeeuwse Encyclopedie meldt dat het 9 juli was, wat ook door de RKD wordt gehanteerd. Het overlijden lijkt minder problemen op te roepen: Nagtglas, de biografen, Zeeuwse Encyclopedie en RKD weten dat het 16 juli 1817 was. En dat terwijl in het Zeeuws Archief toch echt over een akte van overlijden beschikt die gedateerd is op 27 mei 1817.

J.H. Koekoek

Thomas Gaal was ‘dirigerend lid’ en lesgevend tekenmeester. Onder zijn leerlingen treffen we Johannes Hermanus Koekoek, de stamvader van de Koekoek-dynastie en mogelijk heeft ook het beroemdste lid van deze familie, Barend Cornelis nog net les van Thomas Gaal gehad. Hoe dat precies met zijn schilderende zoon Pieter Gaal zat, is niet helemaal duidelijk. Hij heeft een prijs gewonnen in 1784 en is later ook ‘dirigerend lid’, maar of hij ook les heeft gegeven?

En elk geval heeft hij in 1799 zijn vader getekend. Of deze tekening lijkt met de persoon die op de tekening van Perkois naast de leerling achter de lessenaar staat (achterste rij, vierde van rechts) is niet voor iedereen overtuigend. Het pruikje komt in elk geval een eind in de richting.

In de vergadering in 1803 kreeg J.H. Koekoek de belangrijkste prijs voor het tekenen. Naar gewoonte werd de bijeenkomst besloten met een bezoek aan de opgehangen tekeningen, zo staat te lezen in het verslag.

Pagina 7 van de ‘Redevoering by gelegenheid van de vyf- en twintigste algemeene vergadering […] en uitdeeling der eerepryzen, van het teeken-academie der stad Middelburg, uitgesproken […] op woensdag den 24 van oogstmaand 1803’

De gehele redevoering is online in te zien via: https://books.google.nl/books?id=6iOJfTwYa1EC&pg=PA2…

Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen bezit een exemplaar van de redevoering. Het wordt bewaard door de ZB: https://kzgwonline.nl/records/redevoering-teeken-akademie

Het oude schilderijenbezit

Uitgezocht door Jan de la Hayze

De Teeken Akademie bezat verschillende schilderijen, geschonken door begunstigers, die dienden als voorbeelden voor de leerlingen om na te tekenen. De financiële situatie van de instelling maakte dat al in 1805 tot verkoop van een kapitaal schilderij overgegaan moest worden.Meindert Hobbema (1638-1709), Stormy landscape, z.j, geschonken door Jacob Boogaard, oud-burgemeester van het Vrije van Sluis, in 1787. Het werk werd in 1805 voor ƒ 3300,– verkocht aan de Amsterdamse bankier Pieter de Smeth van Alphen. Via de kunsthandelaar Lebrun in Parijs ging het werk in 1811 naar kardinaal Joseph Fesch. Na diens dood kwam het door vererving in het bezit van Richard Wallace (1818-1890), bastaardzoon van de vierde markies van Hertford uit de familie Seymour. Zijn weduwe schonk het gehele schilderijenbezit en het Hertfield huis in de stad in 1897 aan de Britse staat, waardoor het schilderij van Hobbema, samen met 4 andere werken van deze schilder, sinds 1900 te zien is in de Wallace Collection in Londen.

M. Hobbema, Stormy landscape – Wallace Collection, Londen

De Museumstraat in Middelburg

Middelburg had ooit de ‘Museumstraat’. U leest het in de onderstaande bijdrage over de huisvesting van de Teeken Akademie.

De stadswaag (Balans) te Middelburg, circa 1785 – Zeeuws Archief, Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen (KZGW), Zelandia Illustrata (ZI) II-0433

Waaggebouw op de Balans

Zou er een verband zijn tussen de eerste secretaris Leendert Bomme en de zolder van het Waaggebouw op de Balans. Het ‘Teeken College’ ging hier in november 1778 van start. Het Waaggebouw was een stedelijk gebouw, waarvan de zolder blijkbaar leeg stond. Al eerder hadden muziekliefhebbers voor elkaar gekregen dat in de bovenzaal van het IJkkantoor op het Molenwater (nu onderkomen van de scouting) een concertzaal werd ingericht. De heren tekenliefhebbers, inclusief Bomme, behoorden tot de stedelijke elite en de lijnen zullen kort geweest zijn. Daar kwam bij dat hij directeur van de Commercie Compagnie was en dat was nu net de buurman. Zowel het Waaggebouw als het kantoor van de Commercie Compagnie zijn in de negentiende eeuw afgebroken. Wat rest van de laatste onderneming op de Balans is het magazijn waar het CBK Zeeland heden ten dage gevestigd is. Mogelijk kende Bomme de zolder en heeft hij de mogelijkheden van de ruimte voor het tekenonderwijs onderkend.

De gevel van de Teeken Akademie en het museum in de Latijnse Schoolstraat te Middelburg, circa 1789 – Zeeuws Archief, KZGW ZI-II-0686

Museum Medioburgensis en de ‘Museumstraat’

Nadat Johan Adriaan van de Perre zich in 1778 uit het actieve bestuur (‘de politiek’) had teruggetrokken, zette hij zich volledig in voor wetenschap en kunsten. In 1787 kocht hij een woonhuis in de Latijnse Schoolstraat, vermoedelijk op de hoek met de toenmalige Lombardstraat, dat al lang in de familie was. Dit pand liet hij inrichten tot een trefpunt van kennis en kunde onder de naam Museum Medioburgensis. Hier vonden het Natuurkundig Gezelschap (waar Bomme ook enthousiast lid was), het Natuurkundig Gezelschap der Dames, het Zeeuws Genootschap (afdeling Middelburg) en de Teeken Akademie een plek. Ook probeerde hij een openbare bibliotheek in het pand te vestigen, een onderneming die door personele problemen en uiteindelijk de dood van Van de Perre in 1790 niet gerealiseerd is. Als museum van het Genootschap bleef het tot in 1888 dienstdoen. In die tijd werd het de Lombardstraat zelfs omgedoopt tot Museumstraat.

Plattegrond van de stad Middelburg (…) Steendruk, vervaardigd door T.P. Roest – Zeeuws Archief, HTAM 15-I (Klik hier voor een vergroting)

Huis Goes in de St. Pieterstraat

De Teekenakademie was toen al lang vertrokken. In 1840 werd voor het eerst (en laatst) een pand aangeschaft. Mogelijk was de grote toeloop van jongeren in het Museum Medioburgensis niet goed te combineren met de omvang van het gebouw of de museale functie (of beide) en gingen de ‘dirigerende leden’ over tot de aankoop van Huis Goes in de St. Pieterstraat. Het pand behoorde tot het Abdijcomplex en ten tijde van de Republiek woonde de Goese bestuurder in het dagelijkse provinciebestuur er. Ook dit pand heeft de woelingen der tijden niet doorstaan. Het ging in mei 1940 verloren. De Teeken Akademie als school was al op 1 maart 1867 opgeheven. De ƒ 6000,– die de verkoop van het pand in 1893 had opgebracht stond veilig op een bankrekening gestald.

Zie ook deze blog met enkele foto’s voor en na de verwoestingen van 17 mei 1940

Gezicht in de Sint Pieterstraat met links de uitbouw van de Teeken Akademie, circa 1900 – Zeeuws Archief, KZGW ZI-P-02082

Huis ’s Hertogenbosch op de Vlasmarkt

Een echo van het idee van Van de Perre werd aan het eind van de twintigste eeuw gehoord. Op initiatief van dr. H. Kluiver kocht het Zeeuws Genootschap het huis ’s Hertogenbosch op de Vlasmarkt. Verwante organisaties waaronder de Teeken Akademie werden uitgenodigd ruimtes te huren. En zo zaten tussen 1994 en 1999 Genootschap en Teeken Akademie voor even weer bij elkaar gehuisvest.

Stadstekenaars Middelburg

Hamerstuk 6 op de vergadering van het bestuur van de Teeken Akademie op donderdag 11 maart 2021 was het ‘Project Stadstekenaars,’ een plan om in Middelburg jaarlijks stadstekenaars aan te stellen (vgl. stadsdichters). Het plan is unaniem aangenomen. In de komende tijd zal de Teeken Akademie zich inzetten om het project verder voor te bereiden. We streven er naar om nog dit jaar met Stadstekenaars te starten. U wordt middels de kanalen van de Teeken Akademie op de hoogte gehouden.

Wie is wie op de tekening van Perkois?

Verschillende auteurs hebben geprobeerd de geportretteerden namen te geven. Met ‘[g]een enkele identificatie is echter overtuigend’ worden door Katie Heyning in ‘Om plaats en prijs’ (2003) deze pogingen van tafel geveegd. Toch blijft het aantrekkelijk om te weten wie daar nu staan.

J. Perkois, ‘De leden van de Teeken Akademie te Middelburg een model tekenend’ – Zeeuws Archief, KZGW ZI-III-1033

Laurens Bol publiceerde in 1970 een groot artikel over Jacobus Perkois met een oeuvrecatalogus. Hij is ervan overtuigd dat de man met de tekenportefeuille onder de arm, vierde van rechts, de tekenaar zelf is. Het hoofd recht boven hem is van zijn collega-kunstenaar en -leraar, Thomas Gaal (1769-1819). Bron: L.J. Bol, ‘Jacobus Perkois, ‘Kunstteekenaar’ (Middelburg 1756-1804)’. In: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek21 (1970), p. 265.

In 1983 herhaalt Huib Zuidervaart deze toeschrijving in zijn grote artikel over Johan Adriaan van de Perre. Van de Perre zelf herkent hij in de derde persoon van rechts. Logisch dat hij afgebeeld wordt, aldus Zuidervaart, want hij was de grote weldoener voor wetenschap en kunst in die tijd, ook van de Teeken Akademie. Bron: H.J. Zuidervaart, ‘Mr. Johan Adriaen van de Perre (1738-1790. Portret van een Zeeuws regent, mecenas en liefhebber van nuttige wetenschappen’. In: Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap 1983, p. 114-115.

Carin Schnitger en Peter Don voegen daar nog een naam aan toe. Zij zien in de man met de bontgevoerde jas de stadsarchitect Conrad Kayser (1750-1824), die ook bekend is van een andere tekening van Perkois. Vele bouwwerken en verbouwingen in Middelburg tussen 1776-1790 en elders zijn aan Kayser toegeschreven, zoals het Armziekenhuis aan de Herengracht. Zeker is dat hij de ontwerper is van de orgelkas, preekstoel en banken in de Oostkerk.Vervolgens gaan de auteurs speculeren en opperen dat de beide heren rechts de opperdirecteuren Van Citters en Van de Mandere voorstellen.

En dan volgt een theorie over het schilderij dat links omhooggehouden wordt. Van de Perre was in 1790 overleden en hier zouden we de weduwe Jacoba van de Brande in jachtkostuum geportretteerd zien. Als vrouw kon ze niet aanwezig zijn, zeker niet bij het tekenen naar naakt mannelijk model. Op deze manier zou ze er toch bij kunnen zijn en zou het haar moeten overhalen de Teeken Akademie financieel te blijven ondersteunen.Bron: C. Schnitger en P. Don, ‘Vernuft en vlijt. De Middelburgse Tekenacademie van 1778 tot nu’. In: Zeeuws Tijdschrift 1986, p. 14.

‘De leden van de Teekenacademie te Middelburg een model tekenend’

Deze tekening van Jacobus Perkois (1756-1804) was ooit in het bezit van de Teekenakademie en is nu eigendom van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Verantwoord opgeborgen in het Zeeuws Archief als onderdeel van de Zelandia Illustrata, deel III, nummer 1033. De tekening is 47 cm hoog en 68 cm breed.

J. Perkois, ‘De leden van de Teeken Akademie te Middelburg een model tekenend’ – Zeeuws Archief, KZGW ZI-III-1033

Uit correspondentie weten we dat de tekening in 1793 klaar was en dat Perkois er ruim zeven jaar aan gewerkt had. Maar waar kijken we naar? Perkois heeft de kunstoefenaars van het eerste uur (1778) in hun tekensessie willen vastleggen. We zijn dan ook op de zolder van het waaggebouw, dat toen nog op de Balans stond. De Teekenakademie verhuisde pas in 1787 naar het Museum Medioburgensis op de hoek Latijnse Schoolstraat-(toenmalige) Lombardstraat.

Onze neiging om te denken dat we naar een werkelijk bevroren moment kijken alsof het een foto is, is illusie: we kijken naar een compositie die in het hoofd van de kunstenaar is ontstaan. Sommige geportretteerde personen waren op het moment dat de tekening af was, al jaren overleden.

Een mezzotint van het schilderij ‘The Academicians of the Royal Academy’ uit 1772 van Johann Zoffany – Royal Collection, Royal Academy of Arts London, foto: Prudence Cuming Associates Limited

In de academies van Amsterdam en Londen waren de oefenaars ook getekend en daar waren gravures van gemaakt. Dat wilde Perkois ook. Hij was ervan overtuigd dat de afgebeelden een gravure wel zouden willen aanschaffen. Er werd een prospectus gemaakt, maar tot een druk, is het nooit gekomen. De belangstelling ervoor bleek te gering. Naar de reden daarvan kunnen we slechts gissen. Er zal wel meer meegespeeld hebben dan alleen de aanschafprijs.

Een gravure uit 1768 van de tekening ‘De Tekenacademie boven de Leidsepoort (1764)’ van Reinier Vinkeles – Rijksmuseum

Heeft de Teeken Akademie een slavernijverleden?

De vraag kwam op naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Slavernij’ die in het voorjaar van 2021 opent in het Rijksmuseum te Amsterdam. Vergezocht? Nee.

Zo was Leendert Bomme (1727-1788), die als secretaris de inwijdingstoespraak op 11 november 1778 hield, waarmee de Teeken Akademie werd opgericht, een van de zeven directeuren van de Middelburgse Commercie Compagnie. Deze maatschappij heeft tussen 1732 en 1804 ruim 32.000 Afrikanen voor de Trans-Atlantische slavenhandel gekocht. Een directeur moest grootaandeelhouder zijn, kreeg een salaris en had nog wat bijkomende inkomsten van de maatschappij. Dan was Bomme ook nog directeur bij een verzekeringsmaatschappij, die bijvoorbeeld ook slavenschepen verzekerde.

Een portret van Leendert Bomme is niet bekend. Een silhouet van hem is in 1940 met het Stadhuis verbrand.

Verzet van Bomme tegen de mensenhandel is niet bekend. Wel dat hij naast natuur- en sterrenkunde verknocht was aan natuurwetenschap. Hij bestudeerde ‘zeeinsekten’, kleine organismen in het water en publiceerde hierover. Nauwkeurig tekende hij wat hij zag en dat werd in druk gebracht. Tekenen zag hij als een middel om de wetenschap en daarmee de mensheid vooruit te helpen. Zijn wetenschappelijke inspanningen werden door het Natuurkundig Gezelschap beloond met een zilveren penning.

‘Zee-insecten, voorkomend in de wateren van Zeeland en op de stranden van Walcheren,’ in 1777 getekend door Leendert Bomme en in druk gebracht door J. van Schley – Zeeuws Archief, KZGW ZI-III-1032

Redenvoering ter inwying van het Teeken Collegie

Op 11 november 1778 hield Leendert Bomme op de zolder van de Middelburgse waag zijn Redenvoering ter inwying bij de opening van het Teeken Collegie. De redevoering wordt bewaard door de ZB | Planbureau en Bibliotheek van Zeeland en is ook online in te zien.

Detail titelpagina ‘Redenvoering ter inwying van het teekencollegie ter voortzetting van de schilder-, beeldhouw-, en bouwkunde binnen de stad Middelburg, opgericht bij deszelfs eerste aanvangneming op den 11 november 1778’ door Leendert Bomme – ZB 1101 A 183, nr. 83

De Koekkoek-dynastie

Fam. Koekkoek komt met regelmaat terug in de geschiedschrijving van Teeken Akademie Middelburg. Johannes Hermanus Koekkoek (1778-1851), fijnschilder, was er leerling en is stamvader van de Koekkoek-dynastie. Hij werd geboren in Veere.

Zijn zoon, Barend Cornelis Koekkoek (1803-1862) geboren in Middelburg, is waarschijnlijk de beroemdste leerling van de Middelburgse Teeken Akademie. In het boek ‘Om prijs en plaats’, pagina 47, wordt vermeld dat hij ‘een van de beste, maar naar verluid ook een van de ondeugendste leerling was die Teeken Akademie Middelburg ooit kende’ (historisch niet bewezen).

Van kleinzoon Johannes Hermanus Barend Koekkoek (1840 – 1920), geen Zeeuw of leerling, maar geboren in Amsterdam, heeft Vlissingen een fraai schetsboekje bewaard met ’tekeningen van Vlissingse onderwerpen zoals het Westerhavenhoofd met de toegangspoort naar het Keizersbolwerk, Beursplein, Voorhaven en Achterhaven en landschappen’.

Vier schilders (de gebroeders Koekkoek?) begeven zich, beladen met teken- en schildergerei in het landschap, B. C. Koekkoek, 1813-1862 – Rijksmuseum

Zeeuwse Tekenscholen

Goes, Vlissingen en Zierikzee hadden ook een tekenschool. Die van Goes werd in 1819 opgericht door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen en werd in 1828 door de stad Goes overgenomen. In 1853 werd de Stadstekenschool opgeheven.

In Zierikzee was de school gevestigd aan Kerkhof 8. Het gebouw heeft in de loop der eeuwen diverse functies gehad: voormalig patriciërshuis, tekenschool, ambachtsschool, Rijks-dagnormaalschool, tijdelijke kazerne.

In Vlissingen werd in 1822 een Stadstekenschool opgericht. Meestal werd les gegeven in bouwkunde en hand- en lijntekeningen. Ook het tekenen van ornamenten en figuren stond op het programma.

Op de foto uit 1870 ziet u de ‘Groote kappen der voormalige marinewerf van scheepsbouw te Vlissingen.’ Jan Dommisse was de ontwerper van de scheepskappen. Bij zijn 45-jarig jubileum in oktober 1867 als eerste onderwijzer bouwkunde aan de Stadstekenschool Vlissingen noemt de krant hem ‘den bekwamen bouwkundige, den ontwerper en vervaardiger der beide schoone scheepskappen op ’s rijks werf alhier.’ In 1869 werd de tekenschool in Vlissingen opgeheven.

Zeeuws Archief, GA Vlissingen 413.32616