Prijs voor Jong Zeeuws Tekentalent 2024

De inschrijving voor de tweede editie van de Prijs voor Jong Zeeuws Tekentalent staat weer open. Tot 1 mei kan iedereen tussen de 15 en 25 jaar zich inschrijven om mee te dingen naar de prijs van € 500 en een historisch verantwoorde legpenning met inscriptie. De prijs is ingesteld door de Ridderschap van Zeeland en de Teeken Akademie. Beide instellingen hebben kunstbevordering hoog in het vaandel staan en denken met de prijs een bijdrage te kunnen leveren. Voorwaarde voor inschrijving is wel dat de deelnemer een aantoonbare relatie met Zeeland heeft.

Zoals Kian Wisse, de winnaar van de prijs in 2023. Kian volgt een kunstopleiding in Dendermonde. De jury was vorig jaar onder de indruk van zijn werk. We waren benieuwd hoe het met hem ging. Als antwoord stuurde hij een beoordeling door zijn docent, waarin zinnen als: ‘Kian heeft voor mij het interessantste schetsboek. Ik kijk altijd gefascineerd naar zijn tekeningen van ideeën en losse voorwerpen.’ En: ‘Met verschillende potloden, arceringen en schriftuur heeft hij het gevoel van stedelijke ruimtelijkheid mooi weergegeven.’ De docent nodigt hem uit eens op een groot blad te gaan werken met verschillende technieken. Zo’n mooie beoordeling (er staat nog veel meer positiefs in) geeft aan dat de juryleden in 2023 het juist zagen: een Tekentalent. 

Inschrijven kan door het formulier op de site www.teekenakademiemiddelburg.nl in te vullen (vergeet de binding met Zeeland niet te vermelden) en met maximaal 3 van een maakdatum voorziene afbeeldingen van tekeningen naar info@teekenakademiemiddelburg.nl op te sturen. De inzendtermijn sluit op 1 mei. Daarna gaat een vakjury naar de inzendingen kijken. De naam van de winnaar wordt op 8 juni bekend gemaakt. 

Arnold Wiggers

Waar het allemaal begon

Arian van Dijk, Balans, 09-03-2024

Stadstekenaar 2024 Arian van Dijk zat afgelopen 9 maart met zijn tekenstift en papier op de hoek waar de St. Pieterstraat op de Balans uitkomt. Een originele hoek om het pleintje vast te leggen. Meestal staat de gevel van de St. Jorisdoelen centraal of de Abdijpoort, die beide op de tekening ontbreken. Eigenlijk is de zijde die we zien de meest originele. De Abdijpoort is wel oud, maar de depotruimten (de zo goed als blinde muren) links ervan van voorheen het Rijksarchief en nu het Zeeuws Museum zijn dat niet. Daar stonden voor de brand van 1940 huizen, die overigens in die vorm daar toen ook nog niet zo lang stonden. Ze waren het product van de grote Abdijrestauratie uit het eind van de 19de eeuw. Het pand St. Jorisdoelen draagt wel trots 1582 als bouwjaar, maar is in 1970 als een feniks uit de as herrezen. In de jaren ’60 was hier een keurig onderhouden grasveldje. 

Toch zou Leendert Bomme (1727-1788), de eerste secretaris van de Teeken Akademie met vertwijfeling naar de tekening hebben gekeken. ‘Waar is de Waag en waar is het kantoor van de Commercie Compagnie?’ Hij was immers een van de directeuren van de handelsmaatschappij, die in die dagen volop op Afrika en de koloniën in de West handelde en de grootste transporteur van tot slaaf gemaakten in de Republiek was.

Het ligt voor de hand dat de naam Balans voor het plein komt van de stadswaag die hier stond. Wegen was een serieuze zaak in een tijd waarin er nationaal al geen eenheid in maten en gewichten was. Het was een recht dat de stad toekwam en geld opbracht. Vroeg in de 16e eeuw verrees er tegenover de Abdijpoort een apart waaggebouw. Het huis pal achter de Waag werd in 1720 ingericht als kantoor van de toen opgerichte Commercie Compagnie. Hoe het precies eruitgezien heeft, weten we niet. Erg groot zal het niet geweest zijn, want de twee panden ter rechterzijde op de hoek met de Wagenaarstraat die er nog wel staan werden door de onderneming ook als kantoor gebruikt voor een handvol kantoorpersoneel inclusief conciërge (klusjesman). Imposant en representatief al evenmin. Voor vergaderingen van de directeuren werd uitgeweken naar de St. Jorisdoelen. Bovendien werd achter het Commerciehuis in 1730 een magazijn gebouwd dat goed bereikbaar moest zijn, wat dan toch door het hoofdgebouw plaatsgevonden zal hebben. De fraaie poort zal daar een restant van zijn.

Leendert Bomme moet het waaggebouw goed gekend hebben. Of hij het was die de zolder ervan heeft voorgesteld als onderkomen van de Teeken Akademie is onbekend, maar op 2 november 1778 vond hier de eerste tekenles van de Teeken Akademie plaats. 

De 19de eeuw was vooral de eeuw van afbraak lijkt het wel. Dat begon in 1822 met de verkoop voor sloop van zowel de Waag als het Commerciehuis. In 1823 gingen ze voor de vlakte en ontstond de straatwand zoals de Stadstekenaar deze heeft vastgelegd. Ook het magazijn werd destijds verkocht en heeft sindsdien veel gebruikers en inmiddels ook bewoners gehad, waaronder het Centrum voor Beeldende Kunst als een soort echo van de waagzolder waar de Teeken Akademie begon.

Arnold Wiggers

De Waag en schuttershof te Middelburg. Kopergravure naar een tekening van Jan Bulthuis, ca. 1790-1792 – Zeeuws Archief, collectie KZGW ZI-II-0433

De laatste winnaar naar levend model

Afbeelding: Vlasmarkt, Middelburg. Na verschillende restauraties van deze panden draagt de trapgevel nu nummer 44. Het pand ernaast met in de lijst 1753 is in de jaren dertig van de 20ste eeuw omgenummerd naar 44, het geboortehuis van Isaac Hermanus Somon in 1816. Foto Rijksdienst Cultureel Erfgoed

Isaac Hermanus Somon (1816-1861) was in 1837 de laatste winnaar van de grote zilveren medaille vanwege de koning voor het tekenen naar het levend (waarschijnlijk gekleed) model. Een in huis opgeleid talent, want tussen 1830 en 1836 werd hij vier keer door de Teeken Akademie met eerste prijzen gelauwerd. 

Wie in de familiegeschiedenis duikt, komt wat vreemde wendingen tegen. Grootvader Isaac Somon (1770-1845), getrouwd met Geertruij van den Abeele (ca. 1773-1839), hield zich in de Franse tijd bezig met het huisvesten van soldaten en komt later voor als klerk van de griffie van het departementaal Gerechtshof. Hun zoon Pieter Dingenis (1793-1820) huwde Clara Francina Harmana Eggink (1794-1847). Hoe de in Dwingelo (Drenthe) geboren bruid in Middelburg terecht gekomen is, blijft onduidelijk. Mogelijk liep er een lijntje via de herbergier Hermanus Eggink en had ze daar een dienstje. Uit het huwelijk werd in 1814 Geertruij Johanna geboren en op 15 juni 1816 Isaac Hermanus. Het echtpaar woonde toen op de Vlasmarkt, nu nummer 44. Pieter Dingenis stond bij de aangiftes te boek als ‘agent de transport’ en als secretaris.

In 1819, Pieter Dingenis is dan 26, echtgenoot en vader van 2 kinderen, werd hij in Den Haag als militair ingeschreven en is naar Nederlands-Indië verscheept. Daar is hij al op 21 december 1820 te Weltevreden (Batavia) overleden. Clara Francina Harmana Eggink trad als weduwe van Pieter Somon op 15 oktober 1838 in het huwelijk met de een stuk jongere timmerman Isaak van den Abeele (1806-1876). Die bracht 2 kinderen uit een eerder huwelijk met Catharina Slaakweg mee, waaronder Lambertus Adriaan (1830- ?) die in 1847 op de Teeken Akademie primus naar ornament werd. Uiteindelijk werd hij scheepstimmerman en vertrok via Vlissingen (1855) naar Amsterdam (1867).

Hoe verging het nu Isaac Hermanus Somon? Hij huwde in 1849 de 25-jarige Maria Pieternella Harthoorn die veertien dagen na de geboorte van hun dochter in februari 1856 stierf. Uit zijn tweede huwelijk (1858) met Johanna Adriana Jansen (1828-1911) stamde Frederik Johannes Somon (1859-1939) die het tot een professionele (portret)schilder buiten Zeeland bracht. Isaac Hermanus Somon was vergulder en rijtuigschilder, eerst aan de Nieuwe Haven 31 en later op de Wal. Ergens moet hij hebben leren schilderen, aangezien hij in 1843 adverteerde voor lessen aan huis. Sterker nog, een ver familielid Eggink (dus van moederskant) liet deze eeuw ergens op een genealogische site weten een zelfportret van hem te bezitten. Wij houden ons aanbevolen (En: Eggink komt in mijn stamboom voor!)

Zijn gezondheid was slecht en zo belande hij in november 1860 in het Gasthuis en stierf op 3 februari 1861. Het dochtertje Cornelia Jacoba uit zijn eerste huwelijk verbleef toen in het Burgerweeshuis. Tijdens de ziekte van haar man en als weduwe voorzag Johanna Adriana in haar levensonderhoud als dienstbode. De betrekking bij jhr. mr. J.P. Boddaert in Oostkapelle liep eind 1869 op een klein drama uit. Er was verdenking van diefstal en haar aanstelling werd opgezegd. Bij het vertrek werd haar bagage gecontroleerd, waarin stukjes boter, thee, suiker, een mesje, een kippenei, 3 pennenhouders en een gele wollen lap werden aangetroffen die haar broodheer toebehoorden. De Middelburgsche Courant sprak er schande van: ƒ 90 ’s jaars en dan zoiets! De rechter veroordeelde haar voor diefstal ter waarde van ƒ 2,55 en een halve cent tot 2 maanden eenzame opsluiting en betaling van alle kosten. 

Arnold Wiggers

Stadstekenaars 2024

Merel van Rens, Zicht op Veere (2023)

Het bestuur van de Teeken Akademie Middelburg heeft op 29 februari de Stadstekenaars 2024 aangesteld. Daarbij is het voorstel van de beide jury’s gevolgd. Wethouder Eduard Smit maakte donderdagmiddag in het Stadhuis op de Markt de namen bekend

MEREL VAN RENS stadstekenaar Middelburg 2024 in de categorie liefhebber.

De jury heeft uit 5 inzendingen gekozen voor de tekenaar die de meeste nieuwsgierigheid naar het tekenwerk op basis van het plan oproept. Iemand met een sterke en sociaal onderbouwde visie op het tekenen van Middelburg als haar stad. Een tekenaar die zin heeft op de minder voor de hand liggende plekjes in Middelburg te gaan tekenen, of zoals ze zelf verwoord: ‘de klassiekers én de underdogs, de rauwheid én de natuur’.
Een kandidaat die potentie heeft om te groeien en nieuwsgierig maakt naar wat uit haar stadstekenaarschap voort gaat komen.

Jury: Lucy de Graaf, Agnes den Hartogh en Mick Jansen

ARIAN VAN DIJK stadstekenaar Middelburg 2024 in de categorie beroeps.

De jury had dit jaar slechts 3 inzendingen te beoordelen, die alle van goede kwaliteit waren. Gekozen is voor Arian van Dijk, omdat hij zich al bewezen heeft als tekenaar van straatscènes in verschillende steden. Zijn plan van aanpak voor het in beeld brengen van Middelburg is helder: ‘het oude en nieuwe Middelburg met alles wat daarbij hoort: de bebouwing, mensen, dieren, transportmiddelen, bewegwijzering, straatmeubilair, bomen, reclames; alles wat de stad ademt, roert, beweegt en symboliseert’. 

Het plezier en de kunde is erg groot. Vooral waar het losjes en snel geschetst is.

We kijken uit wat deze stadstekenaar het komende jaar gaat doen. 


Jury: Monika Dahlberg, Ramon de Nanni en Nanda Runge

Wisseling van de wacht: nieuwe Stadstekenaars in aantocht

Panorama Torenvliedt Middelburg – Yanice Ys Stadstekenaar Middelburg 2023

Op 29 februari nemen we feestelijk afscheid van Janice Ys en Richard & Luna Dijkwel als Stadstekenaars 2023. We kijken terug op een succesvolle tentoonstelling in de Drvkkery. Als opwarmer voor de nieuwe stadstekenaars nog een kleine selectie. 

Dezelfde bijeenkomst in het Stadhuis aan de Markt dient ook om een nieuw seizoen in te luiden. Wethouder Eduard Smit zal dan de namen van de Stadstekenaars 2024 bekend maken. Opnieuw zal dan een Stadstekenaar in de categorie Beroeps worden benoemd en een Stadstekenaar in de categorie Liefhebber. Wordt vervolgd.

Arnold Wiggers

Kapoen- Yanice Ys Stadstekenaar Middelburg 2023
Richard & Luna Dijkwel actief in het voorjaar 2023 bij de Koepoort en de Kinderdijk – foto: Richard Dijkwel
Richard & Luna Dijkwel actief in het voorjaar 2023 bij de Koepoort en de Kinderdijk – foto: Richard Dijkwel

Hoe Huijbertus Munters de Koorkerk redde

Zilveren tabaksdoos, door de Hervormde Kerk geschonken aan Huijbertus Munters voor zijn heldhaftig optreden in mei 1819 – Zeeuws Museum, Collectie KZGW, G1889

De bekendste van de drie generaties Munters (allen loodgieter), die door de Teeken Akademie onderscheiden zijn, is meteen de oudste. Hoe oud deze Huijbertus precies geworden is, blijft ietwat onduidelijk. De vroegste geboortedatum komt voor op een briefkaartje van G. ter Meule aan Frederik Nagtglas uit 1889. Ter Meule werkte op de Middelburgse secretarie en stuurde op verzoek van de sinds 1884 in Utrecht wonende Nagtglas met enige regelmaat biografische gegevens over Zeeuwen die een plek zouden vinden in zijn Levensberichten van Zeeuwen. Ter Meule heeft toentertijd de bronnen nog onder handbereik gehad: hij noteerde dat Huijbertus Munters 24 augustus 1768 uit het huwelijk van Johannes Munters en Jacoba de Bruijne was geboren. Bij het verschijnen van het Levensbericht in 1891 was dat geboortejaar (door een redactiefoutje?) een decennium opgeschoven: 1778. Huijbertus zelf gaf bij de volkstelling in 1812 de eerste mei 1775 als geboortedatum op. Toen hij in 1859 naar zijn dochter in Vlissingen verhuisde, werd dit bijgesteld tot de eerste mei 1776, zodat bij zijn overlijden op 23 oktober 1867 de ambtenaar van de burgerlijke stand in Vlissingen toch een respectabele 91 als leeftijd kon invullen.

Huijbertus huwde in december 1803 Margrieta Francina de Rover (ca. 1774-1859), weduwe van Izak van den Bos, met wie ze een zoon had. De firma Munters & Zoon zou in verschillende samenstellingen in Middelburg een begrip in het loodgietersvak blijven. Na Huijbertus en zijn zoon Johannes, kwamen diens zonen Huijbertus jr (1838-1921) en Johannes (1843-1887). De zoon van de eerste – Jan Pieter (1878-1920) – sloot de loodgietersdynastie in deze lijn af. Zijn 4 broers werden ambtenaar of leraar en 3 ervan trokken naar Holland. Alleen oudste broer Johannes (1877-1932) bleef op Walcheren als commies van de polder. 

Medaille (penning), door de gemeente Middelburg geschonken aan Huijbertus Munters voor zijn heldhaftig optreden in mei 1819 – Zeeuws Museum, Collectie KZGW, GM1716
Medaille (penning) door de Maatschappij tot het Nut van ’t Algemeen, departement Middelburg, op 8 augustus 1820 geschonken aan Huijbertus Munters voor zijn heldhaftig optreden in mei 1819 – Zeeuws Museum, Collectie KZGW, GM1711

Wat maakte Huijbertus nu zo bekend vergeleken met zijn door de Teeken Akademie ook onderscheiden zoon Johannes en kleinzoon Huijbertus jr.? Bij een onweer van 24 op 25 mei 1819 deed ‘een der blixem Stralen, brand [] ontstaan in het houte bekleedsel der groote loode Vangbak aan de Zuidzijde der Choorkerk’. Huijbertus woonde om de hoek op de Wal en was als spuitvoerder van de brandspuit in de Abdij op die vroege maandagmorgen de 25e mei snel ter plekke. Nagtglas weet in het Levensbericht te melden dat hij het waagde ‘zich van den toren naar de kapitale goot te laten afglijden’ en het brandende stuk hout wist los te rukken en in de met water gevulde goot uit te doven. Het eerste citaat komt uit een in de PZMC in 1934 aangehaalde brief van de kerkmeesters van 31 mei 1819 aan Munters. De brief ging vergezeld van een zilveren zaktabaksdoos voor de held met inscriptie. Het stadsbestuur schonk hem een zilveren medaille met een afbeelding van de door de bliksem getroffen kerk en ook een inscriptie aan de keerzijde. De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, departement Middelburg, vereerde hem in 1820 met de dubbeldikke zilveren medaille en een honorair lidmaatschap. 

Willemina Munters-Joosse, weduwe van commies Johannes, schonk in 1939 de tabaksdoos en de penning van de stad aan het Zeeuws Genootschap. De medaille van ’t Nut was in 1938 al aangekocht. In de collectie van het Genootschap bevindt zich ook nog de medaille vanwege de koning die Huijbertus jr. in 1861 als primus in de bouwkunde aan de Teeken Akademie ontving. Mooi om te weten dat naast de prijsbanden ook deze memorabilia uit de familie Munters bewaard zijn!

Arnold Wiggers

[Anoniem], Hulde aan de verdienstelijken H. Munters, [Middelburg], J. Moens, 1819 – ZB Bibliotheek van Zeeland PLA 58 E 14

Stadstekenaars Richard en Luna Dijkwel

Richard Dijkwel, Stadstekenaar Middelburg 2023

Zeg ‘Dijkwel’ en je denkt ’auto’ en dan vooral Citroën. Begonnen aan het Noordpoortplein waar de restanten van de oude stadspoort de ingang naar de werkplaats vormden, was er een Dijkwel-garage aan de Veerse weg en in Vlissingen waar ook andere merken gevoerd werden. En dat is nog zo, met de nadruk op de Franse merken. Behalve met auto’s heeft Richard ook wat met tekenen. Street-art is wel zijn ding en daarin is Banksy zijn idool. Zelf heeft hij in jongere jaren ook op straat getekend. Vooral auto’s en dan natuurlijk Citroëns als de 2CV oftewel de (lelijke) Eend. Hij vertelde dat hij nog wel eens die tekeningen in de stad tegenkomt, want hij werkte toen niet op papier …

Toch was het geen uitgemaakte zaak dat hij ‘in auto’s’ ging. Hij heeft na de middelbare school nog een poosje rechten gestudeerd, wat niet tot een diploma heeft geleid. De aantrekkingskracht van de Franse voitures bleek groter dan die van het wetboek. Gelukkig bleef hij ook tekenen en heeft zijn dochter Luna (8 jaar toen ze als mede-stadstekenaar begon) in zijn enthousiasme meegesleept. Afgelopen jaar hebben vader en dochter als de Stadstekenaar Liefhebber verschillende hoeken en hoekjes in Middelburg getekend. Het idee was om beiden hetzelfde te tekenen, waarbij het perspectief dan duidelijk verschillend zou zijn: een volwassene en een kind kijken immers niet op dezelfde manier, al was het maar dat Luna ongeveer half zo groot is als haar vader.

Richard en Luna hebben een eigen pagina op Instagram (zie https://www.instagram.com/stadstekenaarmiddelburg/)

Behalve hun werk vind je daar ook foto’s van hun gezamenlijke tekensessies. En natuurlijk ook van het inrichten van de expositie in de Drvkkery. Een vrolijke verzameling tekeningen waar het plezier van afspat, met fotootjes erbij van de getekende objecten. Inmiddels is Richard ook begonnen met schilderen. Het zal niet verbazen dat op een van de eerste werken een DS (de Snoek) en het iconische Citroën-busje de HY, tegenwoordig zeer in trek als food-truck, prominent op het doek zijn gezet.

Arnold Wiggers

Richard Dijkwel, Stadstekenaar Middelburg 2023
Richard Dijkwel, Stadstekenaar Middelburg 2023

Tussen kunst en kitsch

Still uit Tussen kunst en kitsch (AVROTros), met op tafel 6 prijsbanden van de Middelburgse Teeken Akademie, links de inbrenger, Frits Sissing de presentator en rechts Bas Hesselink – NPO, uitgezonden 28-01-2024

Nog tijdens de uitzending kwamen de appjes binnen: ‘De Teeken Akademie op tv in het programma Tussen kunst en kitsch’. Werkelijk overweldigend hoeveel mensen mij ‘s avonds en daarna benaderd hebben over de prijsbanden die op zondagavond 28 januari 2024 op tv getoond werden. Dat waren overigens niet alleen Zeeuwen! Een mijnheer uit Australië toonde 6 prijsbanden ooit door de Teeken Akademie aan voorvaders uit de familie Munters uitgereikt. Hij had ze meegenomen naar Nederland, omdat hij vond dat ze hier hoorden en wilde wel eens weten wat ze waard waren. Van antiquaar Bas Hesselink kreeg hij te horen dat zo’n € 5.000 zou zijn. 

De teneur van de appjes was dat de banden in een openbare instelling in Middelburg horen. Helemaal mee eens. Als eerste komt de ZB in beeld, die een actief verzamelbeleid voor Zeeuwse boekbanden heeft. Sterker nog, de ZB heeft zo’n 20 banden van de Teeken Akademie in bezit, van de naar mijn inschatting ongeveer 500 die tussen 1778 en 1854 ooit zijn uitgereikt. Met enige regelmaat worden deze qua uitvoering unieke banden uit de kluis onder het gebouw gehaald en aan het publiek getoond. 

De Munters’ banden zouden een mooie aanvulling vormen, ook al ontbreekt vooralsnog nadere informatie. Welke prijsbanden uit de familie Munters zouden het kunnen zijn? 

In het jubileumboek Om prijs en plaats (2004) komen 3 generaties Munters als laureaat voor, allen loodgieter in Middelburg. Tezamen komen ze 6 keer voor als laureaat. Zou dat ook zesmaal een boek zijn geweest?

Still uit Tussen kunst en kitsch (AVROTros). De 6 prijsbanden van de Middelburgse Teeken Akademie. De 4 gesloten banden laten het voorplat zien met in het medaillon het motto van de Teeken Akademie ‘Vernuft en Vlyt’ – NPO, uitgezonden 28-01-2024

Huijbertus Munters (1776-1867) ontving in 1795 een aanmoedigingsprijs in de 1e klas naar prent. Dat was een troostprijs, door de dirigerende leden Frescarode en Tessèdre d’Ange uit eigen zak betaald: het lot had beslist dat de eerste prijs naar Johannes Jacobus de Man ging. Door het ontbreken van het archief voor 1940 en van vele jaargangen van de Middelburgsche Courant in deze jaren, is het onduidelijk of Huijbertus nog meer prijzen heeft gekregen. Op de tafel in het tv-programma waren 2 marokijnen (rood geitenleer) banden te zien, die tot voor zover we nu weten tot 1806 werden uitgereikt. Mogelijk is een daarvan de prijs uit 1795, die door de bijzondere bekostiging extra interessant is. En de andere? 

Zoon Johannes (1806-1887) kreeg zeker 2 boekgeschenken: in 1822 als primus in de 3e klas en in 1824 als primus in de 1e klas naar prent. Die laatste uitverkiezing had hij aan het lot te danken, waarmee dit nu eens in voordeel van de Munters uitviel. Kleinzoon Huijbertus (1838-1921) werd tweemaal naar prent onderscheiden (1854 en 1855) en in 1861 als primus in de bouwkunde. Waren dat ‘boekgeschenken’? Nee, vanaf 1854 werden leerlingen van de Teeken Akademie alleen nog vereerd met medailles, getuigschriften en lof, waaruit dat ook bestaan mag hebben. Huijbertus jr. kreeg in 1854 een kleine medaille, in 1855 een grote en in 1861 de zilveren medaille namens de koning. 

De opdrachten voor de onderscheiden leerlingen lijken in de boeken te zitten, dus een blik erin zou onmiddellijk duidelijk maken wie de winnaars (Munters en aangetrouwde familie?) waren. Punt is dat de uitzending van zondagavond al in het voorjaar van 2023 is opgenomen. Zijn de boeken dan al verkocht? Volgens antiquaar Hesselink berusten de boeken bij familie in Nederland die helemaal niet van plan is hun erfgoed te vervreemden. Mochten ze van gedachten veranderen: er is in Zeeland volop belangstelling.

Arnold Wiggers

Stadstekenaar Janice Ys

geMARKeerd- Yanice Ys Stadstekenaar Middelburg 2023

In de Drvkkery hangt tot 9 maart het werk dat Janice Ys maakte als stadstekenaar Middelburg 2023. Werk dat heel bedachtzaam gemaakt is. Elk werk of kleine reeks van werken is het resultaat van een uitgebreid onderzoek. Haar werken bestaan uit een gelaagdheid van wat is, wat geweest is en zou kunnen. Zelf zegt ze ervan dat het in een ‘zoete-popcorn-setting’ gemaakt is, wat soms wringt. En dat laatste hoort ook zo, want dan ga je intenser kijken en blijft er mogelijk wat hangen. Wie goed oplet ziet in de tekening Middelburg geMARKeerd wie haar favoriete schilder is: Mark Rothko (1903-1970). En zo is bij elk beeld een verhaal te vertellen. Neem vooral de moeite -letterlijk, want het is wat klein geprint- om ook de toelichtingen die ze maakte te lezen. Kijk dan nog eens en probeer haar verhaal te zien. 

Gulden snede – Yanice Ys Stadstekenaar Middelburg 2023

Wie is Janice Ys? 

Janice Maria Mancini Ys is in 1987 te Vlissingen geboren, in een Haags-Antilliaans gezin.

Ze dacht dat ze modeontwerpster wilde worden. Maar na stages bij de televisieserie ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ te Aalsmeer als junior fashion stylist (2008) en als ontwerper bij Studio Hergebruik te Rotterdam (2009) kwam ze erachter dat haar werkelijke interesse lag bij het tekenen en schilderen. Ze zag dat ze door middel van mode-schetsen al karakters uitbeeldde en is dat ze gaan uitdiepen. In die periode heeft ze ook geïllustreerd voor het modetijdschrift ELLE magazine Nederland.

Haar werken worden beïnvloed door popcultuur/cult, (kunst)geschiedenis, actualiteiten, psychologische dynamiek en film. Ze wil beeldend verhalen vertellen, waardoor haar schetsen veelal dan ook met geschreven taal beginnen. Een tekst van Ys met haar ‘film-idee-in-1-zin’ belandde in 2009 in de top 5 van het Nederlands Film Festival (NFF) te Utrecht.

In 2015 was Ys onderdeel van een Europees duurzaamheids-project van Coolpolitics voor ontwerpers en kunstenaars. Het programma omvatte masterclasses omtrent het thema en werd afgesloten met de groepstentoonstelling Art Intervention in het Kreativquartier in München.


Naast haar artistieke werk is Ys werkzaam in de geestelijke gehandicaptenzorg op een teken en schilder dagbesteding. Niet toevallig bevindt die zich in de buurt van Toornvliedt.

Arnold Wiggers

Panorama Torenvliedt Middelburg – Yanice Ys Stadstekenaar Middelburg 2023

De ondergang van Johannes Cornelis le Nobel 

Jan Jacobus Worrell (1825-1895), Pelmolen, Zeistraat (Seisstraat), ca. 1850. Tekening in kleur, 21 x 28 cm. Afgebrand in 1855 – Zeeuws Archief, Collectie KZGW ZI-II-0791

Wat ze precies in die hoek van de stad deden is onbekend, maar het waren enkele militairen die in de nacht van 23 op 24 januari 1855 de brand in de grut- en pelmolen van de firma Le Nobel & Zoon aan de Seisstraat opmerkten. De brandwachten waren snel ter plekke, wat niet voorkwam dat om half drie het fabrieksgebouw instortte. Heldhaftig optreden van de ketelmeester voorkwam dat de stoomketel ontplofte. Door de vlammen heen wist hij de kraan te openen, waardoor het water wegstroomde en de druk in de ketel wegviel. 

Le Nobel zat niet bij de pakken neer. Met een respectabel aantal notabelen werd in 1856 de N.V. Middelburgsche Stoompellerij en Meelfabriek opgericht met een kapitaal van ƒ 110.000, die aan de Seisstraat verder ging. Er werd een fabrieksruimte ingericht en in 1860 werd het pakhuis toegevoegd zoals dat nu nog aan het binnenpleintje staat. Hoewel de investeerders hoge verwachtingen koesterden, werd het bedrijf geen groot succes. Tot een echte meelfabriek is het nooit uitgebouwd. Het pellen van rijst bleef de voornaamste activiteit, totdat ook daarmee in 1865 werd gestopt.

Omgeving Seisstraat met Gewezen Stoompellerij en Meel Fabriek. Detail uit: Nieuwe Plattegrond der stad Middelburg, 1873. Boek en Steendrukkerij P.T. Roest te Middelburg

De ondernemer Le Nobel had meer plannen. Vermoedelijk achter de kruidenierswinkel op de hoek van de Sint Janstraat en Lange Delft begon hij in 1856 een sigarenfabriek. Zoveel investeringslust bracht J.C. le Nobel in 1857 nog eens op de lijst van 52 hoogst aangeslagenen in Zeeland, weliswaar opnieuw als hekkensluiter. Dat jaar werd hij geacht ƒ 715,19 aan het Rijk te betalen voor zijn bezittingen in Middelburg en nu ook in Veere en in Westkapelle. 

De sigarenfabriek leek het beter te doen dan de Stoompellerij. Volop werden jongens en leerlingen geworven. Geen wonder de fabriek moest worden vergroot, merkte de Middelburgsche Courant op, die het succes aan het goede fabricaat toeschreef. In 1860 werkten er 120 personeelsleden, waarmee het in Middelburg het bedrijf was met het meeste personeel. Dat vroeg om publicitaire actie. Op 30 mei 1863 kreeg sigarenfabriek Le Nobel & Zoon uit Den Haag te horen dat het bedrijf voortaan het Koninklijk Wapen mocht voeren. 

Dan stort het imperium in: bij vonnis van 13 januari 1864 werd J.C. le Nobel failliet verklaard. In feite was het de firma Le Nobel & Zoon die kopje onder ging. Zoon Christiaan Gerardus Lijnaard le Nobel probeerde de familienaam te redden. Op 17 januari adverteerde hij in de krant van Middelburg, maar ook in die van Terneuzen en Sluis, dat hij met behulp van bevriende heren ‘een kruideniersaffaire en handel in koloniale waren en sigaren’ zou beginnen, mede om ‘in het ongelukkig lot zijner dierbare betrekkingen te voorzien’. 

Op 2 februari werd een verkoping in het ouderlijke pand aangekondigd: 2 zwarte koetspaarden, een luxe rijtuig, 2 sleperswagens en wat al zo bij een stal en paarden behoorde, alsmede voorraden azijn en soda, winkelgereedschappen en zo meer. 

C.J. Lijnaard le Nobel zou later in het ouderlijke huis op de hoek Sint Janstraat en Lange Delft met de zaak verder gaan en ook een sigarenfabriek onder de naam De Eenhoorn exploiteren. Zijn vrouw Anna Gesina Josephine Leitz uit Zeist die hij in 1867 huwde stond hem daarin bij. 

Een happy ending zat er echter niet in. De jonge Le Nobel stierf in 1871, 37 jaar oud. Zijn vader, de primus naar naakt levend model 1830 stierf 2 jaar later. De weduwe Le Nobel-Leitz vertrok met haar zoontje naar Rotterdam. 

Arnold Wiggers

Zie voor de stoompellerij het artikel van A.F. Franken in De Wete (2000)

https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/wet/2001-04-01/edition/0/page/23?query=nobel&sort=issuedate%20descending&page=2

Foto: J. Sinke, Industriemolen (pakhuis) aan de Seisstraat, 1995-1996 – Zeeuws Archief, HTA Middelburg, nr. AS-109