De timmerlieden Bos

Sint Janstraat Middelburg, ca. 1938. Fotograaf onbekend – ZB Bibliotheek van Zeeland, Beeldbank Zeeland recordnr. 71094

Voordat we dieper ingaan op het belang van schilder Pieter Adriaan Vervenne (1825-1864) voor de tekenkunst in Middelburg eerst nog een blik op de familie van zijn vrouw, Willemina Johanna Bos (1824-1880). 

Pieter Adriaan en Willemina Johanna Bos waren bij hun huwelijk op 31 mei 1851 de 30 al gepasseerd. Hij was schilder en zij verdiende als naaister de kost. Haar ouders waren Jacobus Bos (1796-1859) en Suzanna Maria van Galen (1793-1857). Jacobus was op zijn beurt een zoon van Adriana de Smidt en Willem Bos en zou Willemszoon zijn hele leven achter zijn naam plaatsen. Vader en zoon Bos waren timmerlieden. Jacobus volgde in 1816-1817 de hoogste klas bouwkunde aan de Teeken Akademie die hij als beste afsloot. Het jaar daarop werd hij primus in de bouwkunde. Jan Bos die in 1819 -een jaar later dus- de primus in de bouwkunde werd, was geen naaste familie en wellicht de reden voor dat Wz. Veel is over Jan Bos niet te vinden. In 1829 had hij een zaak in de Lombardstraat en adverteerde met ‘diverse soorten van Afbraak, zeer goed om te vertimmeren; als ook wijnflesch-rekken en Marmeren Deksteenen’. Welk imposant huis zou hij gesloopt hebben?

Per januari 1820 vormden Willem en Jacobus Bos ‘in compagnie een timmermansaffaire’. Dat zal in ’t Goude Briefke in de St. Janstraat (nu nr. 22) geweest zijn, het pand dat Willem in 1819 kocht. De St. Janstraat was in trek: in 1820 kocht hij ook de Gouden Appel (nr. 6) en Jacobus zou het onroerend bezit in deze straat nog verder uitbreiden. 

In 1827 bleek er letterlijk nog een rekening te vereffenen. Willem diende bij de provincie een schadevergoeding in voor nooit betaalde leveranties en gedaan werk aan het Franse Militaire Hospitaal (Kloveniersdoelen) uit 1808. De aangesprokene gaf eerst niet thuis, doch in januari kwam het gewestelijk bestuur toch met een gratificatie over de brug. 

Vader en zoon waren beiden actief bij de brandweer. Willem bracht het tot 2e generale brandspuitmeester en Jacobus was er 47 jaar actief. 

Van de 7 kinderen van Jacobus en Suzanna Maria van Galen werden er 5 volwassen, onder wie Pieter Meinard (1822-1889) en Hermanus François (1826-1888), beiden timmerman. De oudste zal de getalenteerdste zijn geweest. Pieter Meinard volgde zeker cursussen aan de Teeken Akademie, want hij ontving een aanmoedigingsprijs in de 3e klas bouwkunde (1842) en sloot de opleiding af als primus in de eerste klas (1844). In 1846 volgde nog de onderscheiding net als zijn vader die kreeg: primus in de bouwkunde. Zoals Vader Willem voor hem nam Jacobus per januari 1850 zijn zoon Pieter Meinard in de zaak. Na het overlijden van Jacobus Bos Willemszoon in 1859 behoorden in de St. Janstraat de nummers 15, 20, 22, 24, 28, 29 en 30 tot de erfenis. 

Pieter Meinard was in 1853 met de Vlissingse Adriana Johanna Kalbfleisch (1822-1891) gehuwd, dochter van de Vlissingse zilversmid Johan George Kalbfleisch en Maria de Bruijne. Eind 1864 zal het gezin naar Rotterdam verhuisd zijn. Herman François en zijn Groningse vrouw Anje Huisman vestigden zich in 1877 ook in de Maasstad, waarmee de timmerende tak van familie uit Middelburg verdween. 

Arnold Wiggers

St. Janstraat 20 en 22, de plaats waar de firma Bos de timmermanszaak had en ook woonde, zijn in de 20e eeuw lang garage geweest. 

Foto P. Vreke, ca. 1960, Sint Janstraat Middelburg, ca. 1938 – ZB Bibliotheek van Zeeland, Beeldbank Zeeland recordnr. 71888