De graanbeurs tot in 1846

Met de jaren komt het ongemak. En een ongemakkelijk gevoel bekruipt je al vlug als je ziet wat er de afgelopen eeuwen in Middelburg moedwillig onder de slopershamer verdween. Ook na de stadsbrand van 17 mei 1940 ging het slopen in naam van de vooruitgang voort: iedereen een auto en daar moest een plekje voor zijn.

Neem nu het blok dat stond waar nu het Damplein is. Een zijde van de Lange Giststraat, de Korte St. Pieterstraat en een stuk van de Korte Delft werden tussen 1962 en 1970 met de grond gelijk gemaakt om ruimte voor een parkeerplaats te maken. Het proces is gefotografeerd en gefilmd en veel tegenstand lijkt er niet geweest. Misschien was wat er stond ook niet veel meer en het ging in fasen. Eigenaren zullen met de wetenschap dat de afbraak een gegeven was hun investeringen elders gedaan hebben. Ook de gemeente bezat minstens twee ooit beeldbepalende gebouwen in het blok: de wisselbank en de graanbeurs die betere tijden hadden gekend.

De graan of korenbeurs is in zijn achttiende-eeuwse glorie na 1776 afgebeeld door de Dordtenaar Jan Arends (1738-1805). In dat jaar werd de in 1526 gestichte beurs verbouwd en aan de wisselbank vast gebouwd. Jan Adriaan Frederiks (1849-1931) heeft deze situatie ook getekend, maar kan deze niet uit eigen aanschouwing gekend hebben. Jan Antiek zoals zijn bijnaam luidde, zal dezelfde zijn als J.A. Frederiks die in 1866 een getuigschrift van de Teeken Akademie kreeg. Wellicht heeft hij met gemengde gevoelens de serie van de korenbeurs van voor en na de verbouwing van 1846 gemaakt. J.A. Frederiks’ naam is voor altijd verbonden aan zijn geslaagde pogingen om de afbraak van de Koorkerk te verhinderen en vervolgens de grote restauratie van de Abdij in de periode 1885-1906 te leiden. Bij die restauratie sneuvelde ook de zeer tijdgebonden versieringen die stadsarchitect Gerhardus Hendrik Grauss (1807-1862) bij een eerdere opknapbeurt van westkant van de Nieuwe Kerk had laten aanbrengen. G.H. Grauss volgde tussen 1822 en 1825 de bouwkundelessen en sloot die elk jaar als beste af. De kroon op zijn kunde volgde In 1827, toen hij als primus met een medaille geëerd werd. Werk van hem was te zien op de jubileumtentoonstelling van de academie in 1828, het jaar waarop hij ook als docent bouwkunde aangesteld werd, wat hij tot zijn dood blijven zou. Dezelfde Grauss die sinds 1839 de stedelijke nieuwbouw verzorgde zal bij de verbouwing van de korenbeurs in 1846 zijn ontwerp hebben gerealiseerd, die tijdgenoten wel, maar latere generaties ook al niet konden waarderen. De Spijkerbrug die ook uit zijn pen vloeide, kan op meer blijvende bijval rekenen.

Blijkbaar was het grootste bezwaar dat de graanbeurs slechts dicht was, waar hij tegen de wisselbank stond. Met slecht weer was er veel ongerief, wat met de nodige glaswanden in de lange zijden opgelost werd. De beurs werd ook wat verbreed. De Middelburgsche Courant sprak van een ‘doelmatige’ verbouwing ‘naar moderne smaak’. Verrassende bijkomstigheid was, dat de stad de hand nu eens op de knip kon houden. De handelsstand en enige particulieren (renteniers) droegen de kosten onder wie ‘eenen achtenswaardigen grijsaard (den verzorger van zo menig’ arme en ongelukkige)’. Dat was Daniel Jacques de Superville (1760-1846), de filantroop die de spijsuitdelingen in het soep’uus (de Engelse kerk) in die arme jaren mogelijk maakte. Het zal zo ongeveer zijn laatste schenking met warme hand zijn geweest. (wordt vervolgd)

Arnold Wiggers

J. Arends (1738-1805), Gezicht op de graanbeurs aan de Dam te Middelburg met wisselbank en Engels koffiehuis, na 1776. Tekening, gewassen, in O.I. inkt – Zeeuws Archief, KZGW ZI-II-0270
J.A. Frederiks (1849-1931), Vooraanzicht van de graanbeurs met belendende gevels aan de Dam te Middelburg vóór de verbouwing van 1846. Tekening in kleur – Zeeuws Archief, KZGW ZI-II-0438a
J.A. Frederiks (18,49-1931), Vooraanzicht van de graanbeurs met belendende gevels aan de Dam te Middelburg na de verbouwing van 1846. Tekening in kleur – Zeeuws Archief, KZGW ZI-II-0439