Prinses Marianne

Jan van Ouwerkerk, Het raderstoomschip ‘Prinses Marianne’, 1825 – Maritiem Museum Rotterdam
Jan van Ouwerkerk, Diptiek, voorstellende zicht op de ‘Keeten’, 1839 – Stadhuismuseum Zierikzee

Het stoomschip ‘Prinses Marianne’ door Jan van Ouwerkerk

Waar zijn ze gebleven, de zee- en stroomgezichten van Jan van Ouwerkerk (1774-1866)? Dat vroeg ik in een vorig blog. Flossie van Ouwerkerk weet er minstens een te hangen: in het depot van het Stadhuismuseum Zierikzee. Contact met het museum leverde niet 1, maar zelfs 2 schilderijen van Van Ouwerkerk op. Of toch weer niet helemaal, want de twee stukken worden beschouwd als een eenheid, een diptiek. Zoeken op Ouwerkerk in het onlinebestand van het Stadhuismuseum leverde mij geen treffer op. Bij zoeken op ‘diptiek’ verschijnen de doeken, met een uitgebreide beschrijving van het afgebeelde: een keur aan vaartuigen op Het Keeten, met linksonder Zierikzee. Het werk blijkt zelfs op zaal te hangen. Is de hoogte (156 cm) van beide delen gelijk, de breedte is dat niet. Mogelijk is het ooit een geheel geweest en heeft het met z’n ruim 4 meter de beleving van het ruime sop in de woonkamer gebracht.

Hoewel niet op de voorgrond, staat de ‘Prinses Marianne’ op het linkerdeel letterlijk centraal: een op 7 april 1825 bij de werf Hollandia van Cornelis van Zwieten in Amsterdam van stapel gelopen raderstoomschip. Het werd in de vaart genomen als beurtschip van Middelburg op Rotterdam en vice versa. In 9 uur kon het stoomjacht de afstand tussen beide steden overbruggen, daarbij niet gehinderd door tegenwind, zoals hier, waar het op weg is naar Middelburg.

De kans is groot dat Van Ouwerkerk de compositie in zijn atelier heeft opgezet, al was het maar omdat met een zee zoals afgebeeld het schetsen aan dek niet mee zal vallen. Bovendien had hij de ‘Prinses Marianne’ al eens eerder geschilderd. Immers, we weten dat op de jubileumtentoonstelling van de Teeken Akademie in 1828 een ‘Prinses Marianne in woelig water’ gehangen heeft. 

Op de website van het Stadhuismuseum wordt verwezen naar het Maritiem Museum Rotterdam, waar ook een schilderij van Van Ouwerkerk aanwezig is, getiteld ‘Het raderstoomschip “Prinses Marianne”’, dat wèl in depot hangt. Het schip op het Zierikzeese diptiek lijkt gekopieerd van dit scheepsportret, want ook hier vaart het in dezelfde uitmonstering naar links. De stad linksonder zou heel goed Veere kunnen zijn, zodat ‘Prinses Marianne’ dan zou opstomen naar het Havenkanaal van 1817. Het is uit de beschrijving niet duidelijk of de datering (1825) op het schilderij is aangebracht of afgeleid is van de tewaterlating van het schip. De kans is wel groot dat het hier hetzelfde scheepsportret betreft dat in 1828 in het Museum Medioburgensis heeft gehangen. 

Afgaande op de berichtgeving in de Middelburgsche Courant begon de ‘Prinses Marianne’ aan zijn beurtdiensten in augustus 1825. Het stoomjacht is in november 1832 uit de vaart gehaald, om in februari 1836 weer terug te keren. In juli 1839 lijkt het schip voor de beurtdienst afgedankt te zijn. Zou het diptiek in het Stadhuismuseum de laatste vaart van de ‘Prinses Marianne’ als beurtschip verbeelden? Nog eenmaal in 1842 komt het stoomjacht in de krantenkolommen voor en wel na een aanvaring bij Dordrecht. ‘Door den sterken bouw’ was de averij minimaal, meldt de krant met onverholen trots. Vanwege haar eigenzinnige levenswandel, doorstond de naamgeefster, prinses Marianne der Nederlanden (1810-1883), het jongste kind van koning Willem I, ook menig stootje. 

Arnold Wiggers

Met dank aan Flossie van Ouwerkerk voor het signaleren en Minke van Meerten en Albert Scheffers (Stadhuismuseum Zierikzee) voor de informatie.