Erfgoed veiliggesteld

A. G. van Prooijen, Portret van Adriana Wisse (ca. 1766-1831). Tekening, in lijst achter glas – Aanwinst KZGW 2023

Het is mooi als familiestukken doorgegeven kunnen worden aan een volgende generatie. Wat als die er niet is of er geen belangstelling voor heeft, ook als het oudste stuk van ruim 250 jaar geleden dateert? Wanneer het materiaal geografisch dan ook nog wat uit de richting is geraakt, dreigt het nogal eens einde oefening te worden. Zo niet bij Erik Velhorst. Hij heeft voor het Zeeuws erfgoed dat bij hem in de Achterhoek terecht gekomen was, via de Teeken Akademie een goed onderkomen gevonden. 

Een blog in september 2022 over de graveur Adriaan Gerrit van Prooijen (1796-1854) vormde de verbinding. In de familie Velhorst was sedert lang een ingelijst portretje van een oudere vrouw, getekend door Van Prooijen. Op het stuk was in de loop van de tijd een etiket geplakt dat het ‘grootmoeder Jannetje Wisse Ao 1818 Huisvrouw van Meester van Prooijen’ voorstelt. Met de meester wordt Cornelis van Prooijen bedoeld, schoolmeester van Wissenkerke die daar tussen 1784 en zijn dood in 1810 de kinderen onderwijs gaf. Officieel heette zijn wederhelft Adriana Wisse. Ze werd rond 1766 geboren, werd moeder van drie kinderen, waarvan Adriaan Gerrit de middelste was, en stierf in Middelburg in 1838.

Het etiketje is dus door de volgende generatie achter op het lijstje geplakt. Vermoedelijk was dat Johanna Jozina (1822-1908) de oudste dochter van Adriaan Gerrit en Neeltje Gerardina Blaaubeen. Eventueel kan het ook haar enige broer, de militair Marinus Johannes Pieter (1824-1865) geweest zijn. Beiden hebben zich gedurende hun leven, maar niet tegelijk, in Doetinchem gevestigd: Johanna Jozina, sinds 1845 weduwe Leonardus Christiaan Herklots, kwam in 1866, mogelijk omdat haar schoonzuster Lousa Gerardina van Prooijen-Bruijn in augustus 1865 ook alleen was komen te staan. Ze vestigde zich samen met haar dochter Anna Petronella in de stad aan de Oude IJssel. Die laatste kwam al in december te overlijden, 22 jaar oud, waarna Johanna Jozina de laatste nakomeling van de graveur was. 

Hoe kwam het portret van Adriana van Prooijen-Wisse nu in de familie Velhorst terecht? 

Er loopt een lijn van de familie Velhorst naar de Zeeuwse familie Rispaljé, van wie telgen in de loop van de 19e eeuw ook naar Doetinchem trokken. Een familierelatie met Van Prooijen was er niet. De Zeeuwse afkomst, de Hervormde kerk of wellicht het feit dat Marinus van Prooijen officier van gezondheid was en Gerrit Verschuur, echtgenoot van Francina Johanna Rispaljé, apotheker, maken het aannemelijk dat er goede betrekkingen zijn ontstaan. 

Ook de Rispaljé’s waren ‘bewaarderig’: tussen de overgedragen stukken is een in 1772 uitgereikt prijsboekje en een poorters-eed uit Veere van 1797 om de oudste maar eens te noemen. De erfstukken Van Prooijen werden met het eigen materiaal door de jaren heen gekoesterd. Dat mogen nu Zeeuwse instellingen in naam van het Zeeuws Genootschap gaan doen.

In 1828 was op de tentoonstelling bij het 50-jarig bestaan van de academie ‘Een oude vrouw, in zwart krijt, (naar G. Douw)’ van Van Prooijen te zien. Het portretje van Adriana Wisse kan hier niet mee bedoeld zijn. Weliswaar konden vrouwen van 52 er destijds best oud uitzien, het werk is in ‘craion’ (tekenpen) en de houding is anders dan bij de gekende geschilderde dames op leeftijd van Gerard Dou. Met het portretje van zijn moeder is nu ook een tekening van Teeken Akademie-leerling Adriaan Gerrit van Prooijen in een openbare, Zeeuwse bewaarplaats. 

Arnold Wiggers

Achterzijde A. G. van Prooijen, Portret van Adriana Wisse (ca. 1766-1831) – Aanwinst KZGW 2023