Een predikant op de avondcursus?

Wie iets uit het (recente) verleden zoekt, is met de Krantenbank Zeeland van ZB Bibliotheek van Zeeland goed geholpen. 2.500.000 krantenpagina’s zijn er inmiddels in terug te vinden en belangrijker: gemakkelijk op een woord te doorzoeken. In het verleden moesten microfiches uitkomst bieden, wat nogal wat van je ogen vroeg. Geen wonder dat er wel eens wat over het hoofd werd gezien of verkeerd gelezen.

Neem nu de prijswinnaar Lambertus Cornelis Meijer, die voor zijn tekentalent tussen 1849 en 1854 werd onderscheiden, volgens opgave in het jubileumboek ‘Om prijs en plaats’. Hij zou predikant zijn geworden of zou hij als predikant bij de avondcursussen zijn aangeschoven? Meijer, geboren in 1807 in Oosterhout en overleden in Leiden in 1885, was inderdaad vanaf 1829 tot 1873 predikant in Hontenisse en is de vermoedelijke tekenaar van een afbeelding van het Hof te Zande uit 1856. Maar leerling aan de Teeken Akademie als 40-plusser? Onmogelijk. Zijn zoon, ook Lambertus Cornelis geheten, dan? Nee, hoewel geboren in 1836, waardoor hij in 1849 op de academie lessen zou kunnen hebben gevolgd, overleed hij al in 1853. 

Lambertus Cornelis Meijer, 1856. Gezicht op het Hof te Kloosterzande, afgebroken in 1857. Links een deel van de Nederlandse Hervormde kerk. Potloodtekening – Zeeuws Archief, KZGW ZI II 2251

Terug naar de Krantenbank Zeeland. De prijsuitreiking van 1849 is op ‘Teeken Akademie’ snel te vinden. Op 1 september 1849 publiceerde de Middelburgsche Courant de prijswinnaars van dat jaar en wat blijkt: de prijswinnaar heette niet Lambertus maar Lambrecht Cornelis Meijer. Deze Lambrecht Cornelis werd op 17 juli 1834 geboren uit het huwelijk van de gelijknamige vader (1806-1871) en Maria Constantia Worrell (ca. 1798-1857). 

Moeder Worrell was telg uit de bij de Teeken Akademie-volgers inmiddels welbekende familie Worrell. Haar vader was de schilder Jan Roelof Worrell en mogelijk heeft ze het ‘Worrell-talent’ doorgegeven aan haar zoon. Neef Jan Jacobus Worrel (1825-1895) -zoon van haar broer Jan en schoonzuster Maria Magdalena Meijer- adverteerde met lessen, dus mogelijk had hij ook de jonge Lambrecht Cornelis onder zijn leerlingen. En wie weet tekende moeder Maria Constantia ook niet onverdienstelijk!

In het jaar van zijn huwelijk (11-11-1830) had Lambrecht Cornelis, kruidenier van beroep, in maart nog een vreemd akkefietje. Hij had bij een openbare verkoping het hoogste bod uitgebracht op het pand de Kemel op de Varkensmarkt (K 37) maar bleek niet in staat het geboden bedrag bijeen te brengen, waardoor het pand opnieuw geveild werd. 

Varkensmarkt / Vlissingsestraat / Koestraat / Gortstraat, ca. 1970. Rechts (Gortstraat) het pand K 37 – ZB Beeldbank Zeeland, recordnr.135696

Het echtpaar Meijer-Worrell had in 1831 een doodgeboren jongetje, waarna Lambrecht Cornelis het enige kind van het echtpaar zou blijven. Het is aantrekkelijk om te veronderstellen dat hij bij de neef van 2 kanten, Jan Jacobus Worrell, als schilder heeft gewerkt en in diens tekenclub ‘Kunst en Vriendschap’ zijn vaardigheid met het potlood verder heeft geoefend na zijn jaren aan de Teeken Akademie. In de Krantenbank is daarover niets te vinden, net zomin als over zijn overlijden op 9 december 1856, 22 jaar en ongehuwd.