Tekentalent met medische aspiraties

Nr. 13: Geboorteakte W.C.V[oorduin]. de Timmerman (1813, Moordrecht)
Nr. 668: Overlijdensakte W.C.V[oorduin]. de Timmerman (1836, Leiden)

Wie de lijsten met prijswinnende leerlingen van de Teeken Akademie zo eens doorloopt, zeker na de Franse tijd, komt zelden zonen uit de besturende bovenlaag tegen. Zeker in het begin lijkt het leerlingenbestand sociaal wat gemêleerder geweest te zijn. Na de bestuurlijke omwenteling in 1795 trokken de opperdirecteuren Van Citters en Van de Mandere zich terug. De eveneens uit de regentenstand afkomstige prijswinnaar Cornelis Duyvelaar was bij de uitreiking in dat jaar absent, wat door de dirigerende leden al ingecalculeerd was: zijn boek gaat naar een ander. 

Bij het 50-jarig bestaan stonden de grote namen van weleer weer gewoon tussen de honoraire (= donerende) leden, maar hun nageslacht volgden de cursussen niet meer. Des te opvallender is dan een dubbele naam zoals W.C. Voorduin de Timmerman die in 1827 de primus was in de hoogste klas naar prent. 

Willem Cornelis was in 1826 toegelaten op de Latijnse school, die nog tijdens zijn schoolperiode werd omgedoopt tot gymnasium. Hij was toen 13 jaar en zal ook in hetzelfde jaar een wintercursus op de Teeken Akademie gevolgd hebben, want hij mocht in september 1827 een prijs in ontvangst nemen. Hij moet beslist getalenteerd zijn geweest, anders zou hij niet in de hoogste klas naar prent hebben kunnen beginnen. Bovendien bleek hij de beste! Tussen de andere jongens zal deze jonge gymnasiast een uitzondering geweest zijn. Hoe kwam hij hier zo terecht?

Zijn vader was Willem de Timmerman (1766-1823) die te boek stond als graanhandelaar. Vermoedelijk had hij familierelaties met de Middelburgse familie De Timmerman, waarvan Pieter de Timmerman (1698-1753) handelaar en directeur bij de Commercie Compagnie een telg was. De dichteres Petronella de Timmerman was diens dochter (ca. 1723-1786). In 1795 trouwde Willem Johanna Maria Kroef (1770-1807) uit Vlissingen. Met haar had hij zeker een dochter. 

In 1811 vinden we hem met zijn nieuwe vrouw, Cornelia Voorduin (ca. 1784-1865), terug in Moordrecht waar hij maire is. In dit gezin was Willem Cornelis de oudste jongen en hij kreeg bij de geboorte inschrijving in juni 1813 als derde voornaam Voorduin mee. De ambtenaar van de burgerlijke stand was een collega maire dus dat zal wel geen enkele discussie opgeleverd hebben: W.C. Verduin de Timmerman. 

Moordrecht werd verlaten. In 1818 werd in Antwerpen een zoon geboren en mogelijk meer kinderen. Vader Willem stierf op 23 maart 1823 in deze stad en zijn weduwe trok ‘in gezegende positie’ met minstens 5 kinderen naar Middelburg, waar ze in augustus van een zoon beviel.

Voor zover het levenspad van de kinderen te volgen is, lijken ze behoorlijk terecht te zijn gekomen. Twee zonen brachten het tot directeur van een gasfabriek (Deventer en Leiden). En Willem Cornelis? In september 1831 deed hij zijn promotie naar de academische lessen, wat betekend zal hebben dat hij in het voorjaar in Leiden aan zijn studie medicijnen is begonnen. Zijn tekenvaardigheid zal hem van pas zijn gekomen, vermoed ik zo. Het kon niet verhinderen dat hij op 4 september 1836 kwam te overlijden, op 23-jarige leeftijd. 

Arnold Wiggers