Wie is wie op de tekening van Perkois?

Verschillende auteurs hebben geprobeerd de geportretteerden namen te geven. Met ‘[g]een enkele identificatie is echter overtuigend’ worden door Katie Heyning in ‘Om plaats en prijs’ (2003) deze pogingen van tafel geveegd. Toch blijft het aantrekkelijk om te weten wie daar nu staan.

J. Perkois, ‘De leden van de Teeken Akademie te Middelburg een model tekenend’ – Zeeuws Archief, KZGW ZI-III-1033

Laurens Bol publiceerde in 1970 een groot artikel over Jacobus Perkois met een oeuvrecatalogus. Hij is ervan overtuigd dat de man met de tekenportefeuille onder de arm, vierde van rechts, de tekenaar zelf is. Het hoofd recht boven hem is van zijn collega-kunstenaar en -leraar, Thomas Gaal (1769-1819). Bron: L.J. Bol, ‘Jacobus Perkois, ‘Kunstteekenaar’ (Middelburg 1756-1804)’. In: Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek21 (1970), p. 265.

In 1983 herhaalt Huib Zuidervaart deze toeschrijving in zijn grote artikel over Johan Adriaan van de Perre. Van de Perre zelf herkent hij in de derde persoon van rechts. Logisch dat hij afgebeeld wordt, aldus Zuidervaart, want hij was de grote weldoener voor wetenschap en kunst in die tijd, ook van de Teeken Akademie. Bron: H.J. Zuidervaart, ‘Mr. Johan Adriaen van de Perre (1738-1790. Portret van een Zeeuws regent, mecenas en liefhebber van nuttige wetenschappen’. In: Archief. Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap 1983, p. 114-115.

Carin Schnitger en Peter Don voegen daar nog een naam aan toe. Zij zien in de man met de bontgevoerde jas de stadsarchitect Conrad Kayser (1750-1824), die ook bekend is van een andere tekening van Perkois. Vele bouwwerken en verbouwingen in Middelburg tussen 1776-1790 en elders zijn aan Kayser toegeschreven, zoals het Armziekenhuis aan de Herengracht. Zeker is dat hij de ontwerper is van de orgelkas, preekstoel en banken in de Oostkerk.Vervolgens gaan de auteurs speculeren en opperen dat de beide heren rechts de opperdirecteuren Van Citters en Van de Mandere voorstellen.

En dan volgt een theorie over het schilderij dat links omhooggehouden wordt. Van de Perre was in 1790 overleden en hier zouden we de weduwe Jacoba van de Brande in jachtkostuum geportretteerd zien. Als vrouw kon ze niet aanwezig zijn, zeker niet bij het tekenen naar naakt mannelijk model. Op deze manier zou ze er toch bij kunnen zijn en zou het haar moeten overhalen de Teeken Akademie financieel te blijven ondersteunen.Bron: C. Schnitger en P. Don, ‘Vernuft en vlijt. De Middelburgse Tekenacademie van 1778 tot nu’. In: Zeeuws Tijdschrift 1986, p. 14.

‘De leden van de Teekenacademie te Middelburg een model tekenend’

Deze tekening van Jacobus Perkois (1756-1804) was ooit in het bezit van de Teekenakademie en is nu eigendom van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Verantwoord opgeborgen in het Zeeuws Archief als onderdeel van de Zelandia Illustrata, deel III, nummer 1033. De tekening is 47 cm hoog en 68 cm breed.

J. Perkois, ‘De leden van de Teeken Akademie te Middelburg een model tekenend’ – Zeeuws Archief, KZGW ZI-III-1033

Uit correspondentie weten we dat de tekening in 1793 klaar was en dat Perkois er ruim zeven jaar aan gewerkt had. Maar waar kijken we naar? Perkois heeft de kunstoefenaars van het eerste uur (1778) in hun tekensessie willen vastleggen. We zijn dan ook op de zolder van het waaggebouw, dat toen nog op de Balans stond. De Teekenakademie verhuisde pas in 1787 naar het Museum Medioburgensis op de hoek Latijnse Schoolstraat-(toenmalige) Lombardstraat.

Onze neiging om te denken dat we naar een werkelijk bevroren moment kijken alsof het een foto is, is illusie: we kijken naar een compositie die in het hoofd van de kunstenaar is ontstaan. Sommige geportretteerde personen waren op het moment dat de tekening af was, al jaren overleden.

Een mezzotint van het schilderij ‘The Academicians of the Royal Academy’ uit 1772 van Johann Zoffany – Royal Collection, Royal Academy of Arts London, foto: Prudence Cuming Associates Limited

In de academies van Amsterdam en Londen waren de oefenaars ook getekend en daar waren gravures van gemaakt. Dat wilde Perkois ook. Hij was ervan overtuigd dat de afgebeelden een gravure wel zouden willen aanschaffen. Er werd een prospectus gemaakt, maar tot een druk, is het nooit gekomen. De belangstelling ervoor bleek te gering. Naar de reden daarvan kunnen we slechts gissen. Er zal wel meer meegespeeld hebben dan alleen de aanschafprijs.

Een gravure uit 1768 van de tekening ‘De Tekenacademie boven de Leidsepoort (1764)’ van Reinier Vinkeles – Rijksmuseum

Heeft de Teeken Akademie een slavernijverleden?

De vraag kwam op naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Slavernij’ die in het voorjaar van 2021 opent in het Rijksmuseum te Amsterdam. Vergezocht? Nee.

Zo was Leendert Bomme (1727-1788), die als secretaris de inwijdingstoespraak op 11 november 1778 hield, waarmee de Teeken Akademie werd opgericht, een van de zeven directeuren van de Middelburgse Commercie Compagnie. Deze maatschappij heeft tussen 1732 en 1804 ruim 32.000 Afrikanen voor de Trans-Atlantische slavenhandel gekocht. Een directeur moest grootaandeelhouder zijn, kreeg een salaris en had nog wat bijkomende inkomsten van de maatschappij. Dan was Bomme ook nog directeur bij een verzekeringsmaatschappij, die bijvoorbeeld ook slavenschepen verzekerde.

Een portret van Leendert Bomme is niet bekend. Een silhouet van hem is in 1940 met het Stadhuis verbrand.

Verzet van Bomme tegen de mensenhandel is niet bekend. Wel dat hij naast natuur- en sterrenkunde verknocht was aan natuurwetenschap. Hij bestudeerde ‘zeeinsekten’, kleine organismen in het water en publiceerde hierover. Nauwkeurig tekende hij wat hij zag en dat werd in druk gebracht. Tekenen zag hij als een middel om de wetenschap en daarmee de mensheid vooruit te helpen. Zijn wetenschappelijke inspanningen werden door het Natuurkundig Gezelschap beloond met een zilveren penning.

‘Zee-insecten, voorkomend in de wateren van Zeeland en op de stranden van Walcheren,’ in 1777 getekend door Leendert Bomme en in druk gebracht door J. van Schley – Zeeuws Archief, KZGW ZI-III-1032

Redenvoering ter inwying van het Teeken Collegie

Op 11 november 1778 hield Leendert Bomme op de zolder van de Middelburgse waag zijn Redenvoering ter inwying bij de opening van het Teeken Collegie. De redevoering wordt bewaard door de ZB | Planbureau en Bibliotheek van Zeeland en is ook online in te zien.

Detail titelpagina ‘Redenvoering ter inwying van het teekencollegie ter voortzetting van de schilder-, beeldhouw-, en bouwkunde binnen de stad Middelburg, opgericht bij deszelfs eerste aanvangneming op den 11 november 1778’ door Leendert Bomme – ZB 1101 A 183, nr. 83

De Koekkoek-dynastie

Fam. Koekkoek komt met regelmaat terug in de geschiedschrijving van Teeken Akademie Middelburg. Johannes Hermanus Koekkoek (1778-1851), fijnschilder, was er leerling en is stamvader van de Koekkoek-dynastie. Hij werd geboren in Veere.

Zijn zoon, Barend Cornelis Koekkoek (1803-1862) geboren in Middelburg, is waarschijnlijk de beroemdste leerling van de Middelburgse Teeken Akademie. In het boek ‘Om prijs en plaats’, pagina 47, wordt vermeld dat hij ‘een van de beste, maar naar verluid ook een van de ondeugendste leerling was die Teeken Akademie Middelburg ooit kende’ (historisch niet bewezen).

Van kleinzoon Johannes Hermanus Barend Koekkoek (1840 – 1920), geen Zeeuw of leerling, maar geboren in Amsterdam, heeft Vlissingen een fraai schetsboekje bewaard met ’tekeningen van Vlissingse onderwerpen zoals het Westerhavenhoofd met de toegangspoort naar het Keizersbolwerk, Beursplein, Voorhaven en Achterhaven en landschappen’.

Vier schilders (de gebroeders Koekkoek?) begeven zich, beladen met teken- en schildergerei in het landschap, B. C. Koekkoek, 1813-1862 – Rijksmuseum

Zeeuwse Tekenscholen

Goes, Vlissingen en Zierikzee hadden ook een tekenschool. Die van Goes werd in 1819 opgericht door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen en werd in 1828 door de stad Goes overgenomen. In 1853 werd de Stadstekenschool opgeheven.

In Zierikzee was de school gevestigd aan Kerkhof 8. Het gebouw heeft in de loop der eeuwen diverse functies gehad: voormalig patriciërshuis, tekenschool, ambachtsschool, Rijks-dagnormaalschool, tijdelijke kazerne.

In Vlissingen werd in 1822 een Stadstekenschool opgericht. Meestal werd les gegeven in bouwkunde en hand- en lijntekeningen. Ook het tekenen van ornamenten en figuren stond op het programma.

Op de foto uit 1870 ziet u de ‘Groote kappen der voormalige marinewerf van scheepsbouw te Vlissingen.’ Jan Dommisse was de ontwerper van de scheepskappen. Bij zijn 45-jarig jubileum in oktober 1867 als eerste onderwijzer bouwkunde aan de Stadstekenschool Vlissingen noemt de krant hem ‘den bekwamen bouwkundige, den ontwerper en vervaardiger der beide schoone scheepskappen op ’s rijks werf alhier.’ In 1869 werd de tekenschool in Vlissingen opgeheven.

Zeeuws Archief, GA Vlissingen 413.32616

teekenakademiemiddelburg.nl

De Teeken Akademie is in de 21e eeuw aangekomen. Met een klassiek ogende, maar doordachte website, treedt de Teeken Akademie – opgericht in 1778 – naar buiten om te communiceren met iedereen die de teken-, schilder- en bouwkunde in de breedste zin een warm hart toedraagt. En hoewel je meestal ‘Middelburgse Teeken Akademie’ hoort, is het werkterrein de gehele provincie Zeeland.

Detail uit J. Perkois, ‘De leden van de Teeken Akademie te Middelburg een model tekenend’ – Zeeuws Archief, KZGW ZI-III-1033