Naar naakt model II

Martinus Pouwelsen, een Walchers man met schep, een veter vastmakend. Tekening gedateerd 18-09-1823. Uit een reeks personages van Walcheren - Zeeuws Archief, Collectie KZGW, ZI-III-0903-40
Willem van Leen (1780-1810), Stilleven. Achter-glas-schildering, doorsnede 6,2 cm – Rijksmuseum, SK-A-4111

Een succes waarvan de echo nog lang over de stad schalde: het 50-jarig jubileum van de Teeken Akademie in 1828. Met een plechtige jaarvergadering waarin zowel de gouverneur als de burgemeester aanwezig waren. Secretaris Herklots hield een mooie rede waarin hij terugkeek en prachtige vergezichten schetste. Tijdens de prijsuitreiking die natuurlijk ook plaatsvond, werd Martinus Pouwelsen (1806-1891) onderscheiden als beste tekenaar naar het naakt levend mensbeeld. Daarmee stond hij op gelijke hoogte met zijn oudere broer Willem (1801-1873) die die eer in 1826 te beurt gevallen was. De wezen Pouwelsen hadden binnen de boezem van het bestuur een warm plekje, dat hiermee nog eens extra verguld werd. En dan was er nog die overzichtstentoonstelling van (oud)leerlingen en in Middelburg woonachtige kunstenaars waaraan het publiek zich gedurende een drietal dagen begin oktober vergapen kon in het museumgebouw in de Lombardstraat, hoek Latijnse Schoolstraat.

Daartussen hingen ook 2 vermoedelijk niet al te grote werken van leerling Johannes Cornelis le Nobel (1809-1873), dat jaar onderscheiden als primus in de 1e klas naar pleister. Schilderingen op glas, een techniek die in die periode erg in opkomst was en vanuit Franrijk via Antwerpen in het noorden navolging kreeg. De drager (glas) maakte uiteraard dat het kunstwerk bescheiden van formaat moest blijven. De kans op breuk was fenomenaal. In feite een methode van werken, waarbij het voorgestelde direct op de drager geplaatst kon worden, waarna de achtergrond er omheen ingevuld werd. Was het werk klaar, werd het omgedraaid en ingelijst. Het resultaat was voor tijdgenoten verbluffend: net echt! Voor onze ogen lijkt het nog het meest op een kleurenfoto en heeft het vergeleken met schilderen op doek of paneel erg weinig diepte. Het behoeft weinig betoog dat ook al waren de achter-glas-schilderijen beperkt van formaat, de sneuvelkans hoog was. Van Le Nobel hingen er een fruit- en een bloemstuk. Van primus naar het naakt 1795 Willem van Dullemen (1768-1846) waren ook 2 werkjes in dezelfde techniek te zien: 2 geschiedkundige voorstellingen uit de fabelleer. Zouden ze aan Ovidius’ Metamorphoses zijn ontleend?

Na zo’n jubeljaar gaat het leven door. Een nieuw schooljaar en opnieuw de mogelijkheid om naar naakt model te tekenen. Alleen bleek bij de uitreiking van prijzen in 1829 geen medaille te zijn uitgeloofd in deze discipline. De maker van de beste tekening ‘naar naakt levend menschbeeld’ het talent Johannes Cornelis le Nobel werd met een boekgeschenk vereerd. Merkwaardig genoeg werd Le Nobel het jaar daarop opnieuw primus naar levend model. Het heeft er alle schijn van dat dat niet naar een naakt model was. Het is het jaar waarin op 25 mei in de Middelburgsche Courant een advertentie verscheen waarin de dirigerende leden een cursus naar gekleed model aankondigden. Op woensdag en zaterdag werden voor gekwalificeerden vanaf eind mei 1830 gedurende 3 maanden gratis ‘Collegien’ georganiseerd. 

Vervolgens waren het nog de latere docent Johannes Tuyter (1834) en Isaac Hermanus Somon (1837 en niet 1836 zoals in ‘Om prijs en plaats’ staat) die als primus naar levend -vermoedelijk gekleed- model in de boeken werden bijgeschreven. In 1840 aan de vooravond van de verhuizing naar de Lange Sint Pieterstraat was zoals reeds gezegd nog eenmaal sprake van tekenen naar levend naakt toen aan Willem Christoffel Sprenger een aanmoedigingsprijs in die categorie uitgereikt werd. 

Arnold Wiggers

Willem van Leen (1780-1810), Stilleven. Achter-glas-schildering, doorsnede 6,2 cm – Rijksmuseum, SK-A-4111