De familie Geijp: (kunst)schilders

Adriaan Marinus Geijp (1855-1926) was een zeer productief kunstschilder. Met regelmaat duikt er werk van hem op bij veilinghuizen en op veilingsites. Geboren in Middelburg vertrok hij rond 1880 met vrouw Margaretha Jenneke Kautz (1855-1917) en 2 kinderen naar Den Haag, waar hij tot zijn dood bleef werken. Daar werden nog 12 kinderen (bron Wiewaswie.nl) geboren. Bij zijn overlijden waren van deze 14 kinderen nog 3 in leven. Elders is zelfs sprake van in totaal 17 kinderen, waarvan er 3 de pensioengerechtigde leeftijd bereikten. 

Mijn oog viel op een ‘Gezicht op Middelburg’ dat onlangs op verschillende veilingsites opdook. Oordeel zelf. Er mag veel verdwenen zijn in Middelburg, doch dit heeft er nooit gestaan. Een snelle beschouwing van zijn werk laat veel sfeer-werk zien, wat gezien zijn productie voor de handel ook verklaarbaar is. Traceerbare situaties zijn er nauwelijks of niet, waardoor het werk beter verkoopbaar was.

Dan was er ook nog de mededeling dat hij lessen op de Teeken Akademie in Middelburg zou hebben gevolgd. Gezien zijn geboortejaar en de sluiting van de academie in 1867 kan dit hooguit het laatste seizoen 1866-1867 zijn geweest. Mogelijk heeft hij tekenlessen gevolgd aan de Burger Avondschool die vanaf 1867 in het gebouw aan de St. Pieterstraat van start ging. 

Adriaan (of André) geldt vooral als autodidact, wat enige nuance behoeft. Schilder- en tekentalent zat in de familie. Zijn vader Johan Frederik Geijp (1813-1892) was schilder en had de Teeken Akademie in 1831 afgesloten als beste in de hoogste klas tekenen naar pleister. Daar zal hij les hebben gehad van onder anderen zijn eigen vader Johan Godfried Geijp (1776-1848), waarover later meer. Deze grootvader van Adriaan had een eigen zaak, waar zijn zoon Johan Frederik behalve de grove kwast ook het penseel voor decoratief werk zal hebben gehanteerd. Huwen deed Johan Frederik in 1842 in Zierikzee met de aldaar geboren Wilhelmina van Sas (1817-1888). Het paar vestigde zich in Middelburg. Opmerkelijk feitje is nog dat ze het in de zomer van 1859 aan de stok kreeg met ene Maria Kuijpers, wat resulteerde in een veroordeling tot een boete van ƒ 3. 

Johan Frederiks iets jongere neef, Jacobus Geijp (Middelburg 1814- Veere 1902) was ook schilder, opgeleid aan de Teeken Akademie, waar ook hij van Johan Godfried Geijp, zijn oom, les zal hebben gehad. Jacobus was primus in de hoogste klas naar prent in 1834, waarna hij de academie zal hebben verlaten. 

Jacobus begon in februari 1844 een eigen zaak in de Kapoenstraat B 34, liet hij zijn stadgenoten in de krant weten, met daarachter: ‘jongen nodig’. In mei liet hij, opnieuw per advertentie, weten dat hij met Petronella Meeuse (Middelburg 1812-Veere 1891) getrouwd was. Hoewel haar geboorteakte in Middelburg is opgemaakt, komt ze in de burgerlijke stand verder voor als Koudekerkse. In juli 1868 verhuisde het gezin naar Veere, nadat zijn zaak in de Middelburgse Kapoenstraat (nu A 18) sinds mei 1867 voor rekening van een viertal firmanten, waaronder Jacobus, werd voortgezet. Hoe dat precies zat, is onduidelijk.

Tekeningen, decoratiewerk of schilderijen zijn noch van Johan Frederik, noch van Jacobus bekend. Als zij al vrij werk maakten, blijft het gissen wat zij vastlegden. Van Adriaan Marinus is er te kust en te keur. 

Arnold Wiggers

Adriaan Marius Geijp (1855-1926), ‘Gezicht op Middelburg’