Rondom een prijspenning uit 1840

Prijspenning, uitgereikt aan Johannes Poelemans in 1840. Voorzijde – foto L. Labeur

Tussen de verzameling papieren van de Teeken Akademie zit ook een zilveren prijspenning. Vanaf 1822 werden deze door de koning beschikbaar gestelde ‘medailles’ in twee formaten door de Teeken Akademie uitgedeeld. De kleine met een doorsnede van 3,7 cm, want daar hebben we het over, vertoont Minerva met haar arm rustend op het rijkswapen. In haar rechterhand houdt ze een krans en in haar linkerhand een hoorn des overvloeds. Aan haar voeten liggen een passer, een winkelhaak en een rol papier. 

Winnaar was Johannes Poelemans (1820-1904), die vanaf 1837 in de 3e klas naar prent elk jaar als beste uit de bus kwam en dus in 1840 zijn opleiding afsloot als primus in de eerste klas naar pleister. Zijn vader Hendrik Poelemans (1788-1864) had in 1806 ook een prijs ontvangen en in 1828 exposeerde deze op de jubileumpentoonstelling rond het 50-jarig jubileum, wat hem het honoraire lidmaatschap op leverde. Getoond werd een geschilderde koeienkop, naar een werk van leermeester Gaal. 

Hendrik huwde in mei 1814 Martina Pieternella Siewert die hij in november van dat jaar al ten grave moest dragen. De weduwnaar huwde twee jaar later zijn schoonzus Henderica (Hendrika) Siewert, die op haar beurt ook al zeer jong weduwe was geworden. Naast Johannes was er nog een oudere dochter Johanna Maria. Johannes zou niet huwen en net als zijn zuster (als weduwe Loois) in Vlissingen overlijden. 

In 1849 associeerde Hendrik met zijn zoon Johannes en zou de ‘schildersaffaire’ als H. Poelemans & Zoon in de Gortstraat voortgaan. Na het overlijden van zijn vader eind 1864 deed Johannes de zaak over aan Abraham Nicolaas Dikkenberg (1834-1872). Niet helemaal een vreemde, deze zoon van de koekebakker Nicolaas Frederik Dikkenberg en tante Maria Johanna Pieternella Siewert. Overigens komen haar voornamen nooit gedrieën voor, maar merkwaardig genoeg paarsgewijs in alle variaties! 

Ook deze Abraham had tekentalent en kreeg minstens drie prijzen tussen 1849 en 1854. In dat laatste jaar toog hij naar Vlissingen om op de marinewerf te gaan schilderen. In het bevolkingsregister werd in de kolom godsdienst Christelijk afgescheiden achter zijn naam gezet. In 1859 vertrok hij hier weer en kwam als schilder in Brussel terecht. Althans, dat liet hij als aanprijzing per advertentie in de Middelburgsche Courant zijn nieuwe klandizie weten toen hij op 1 april 1865 in de Gortstraat zijn zaak startte.

Wat zou Johannes Poelemans als veertiger zijn gaan doen? Hij verhuisde naar Vlissingen en woonde volgens het in het bevolkingsregister in 1879 als particulier in de Palingstraat. Aan het eind van zijn leven (1898 en 1903) schreef de ambtenaar in datzelfde register als adres de Dijkstraat. Als beroep kreeg hij kunstschilder achter zijn naam staan. 

Het is jammer dat tot op heden geen enkel werk van Hendrik of van Johannes Poelemans tevoorschijn is gekomen. Maar de penning van Johannes is boven water. Op de achterkant staat keurig: ‘Van wege den Koning aan Joh. Poelemans kweekeling der Teekenacademie te Middelburg’ gegraveerd. Iemand zal er mee hebben willen pronken en heeft er iets minder netjes een speld en een oogje aan laten zetten. 

Arnold Wiggers

Prijspenning, uitgereikt aan Johannes Poelemans in 1840. Achterzijde – foto L. Labeur