Albertine Henriëtte Luteijn (1826-1898), particuliere 

Het is in de geschiedenis van de Teeken Akademie zoeken met een lampje naar vrouwen. Van vrouwelijke leerlingen is nooit sprake geweest.

Aan het eind van het bestaan van de academie als school, werd geprobeerd de belangstelling voor de kunst te bevorderen met andere middelen. Van 29 oktober tot 10 november 1866 tussen 10 en 15.00 uur vond in de bovenzaal van het stadhuis een kunsttentoonstelling plaats, georganiseerd door de in 1865 opgerichte ‘Vereeniging tot het regelen en bevorderen van volksvermaken’, het latere ‘Uit het Volk-Voor het Volk’, waarin ook dirigerende leden van de Teeken Akademie fungeerden. Maar liefst 138 stukken, waaronder 70 schilderijen, 14 foto’s en 7 borduurwerken, waren hier te zien. Die laatsten zullen zonder uitzondering door vrouwenhanden gemaakt zijn. Enkele schilderstukken waren ook van vrouwen. Van een verder niet te traceren juffrouw Haenen was een schilderstuk met bloemen te zien, naast een Zwitsers landschap van Albertine Henriëtte Luteijn, een zuster van de thesaurier van de Teeken Akademie Johannes Luteijn.

– Albertine Henriëtte Luteijn (1826-1898), foto uit ca. 1865. – Zeeuws Archief

Johannes en Albertine kwamen uit een groot gezin: er waren 7 jongens en 3 meisjes die volwassen werden. Bijzonder is dat naast Johannes alleen de oudste broer Abraham en zus Augusta Johanna trouwden. Alleen zij kreeg -uit haar huwelijk met Herman Cornelis van der Feen- nageslacht. Inmiddels had Johannes, sinds 1864 de agent van De Nederlandsche Bank, de hand weten te leggen op een viertal panden in de Gortstraat, waarvan hij De Schaepskoye als woonhuis inrichtte en het naastgelegen pand als kantoor benutte. Nog steeds is in de tuinkamer van het woonhuis een uit 1865 stammend schilderij van Albertine te vinden. Een romantisch berglandschap met een gletsjer, een bergstroompje, een vrouw met kinderen en wat geiten. Het is destijds centraal op de schoorsteen in een fraaie, al bestaande omlijsting opgenomen.

Het is niet zeker of dit schilderij in 1866 in het raadhuis te zien was, want van Albertine is in ieder geval nog een berglandschap (1861) bekend. Blijkbaar was het onderwerp erg in trek, want in de expositie was ook nog een Zwitsers berglandschap door één van de gebroeders Pouwelsen te bewonderen, naast een werk van Willem Jan van den Berghe (1823-1901) getiteld Tyrol. De mannen waren gevormd aan de Teeken Akademie en hadden een schildersopleiding aan de Antwerpse academie gevolgd. De Alpen kenden ze uit eigen aanschouwing. Of dat voor Albertine ook gold, is onduidelijk. Helaas is ook niet bekend van wie ze het schildersvak geleerd heeft, maar leermeesters waren er genoeg in haar omgeving. 

Albertine staat in de gemeentelijke administratie als particuliere -dus zonder beroep- te boek. Dames werden niet geacht te werken. Maar ze deed van alles: naast het schilderen schreef ze kinderoperettes, die gedrukt en opgevoerd werden. Maatschappelijk actief was ze ook. Zij was de laatste presidente van het Natuurkundig Gezelschap der Dames dat van 1785 tot 1887 bestond. Daarna heeft ze haar energie onder meer gestoken in de Vereeniging voor Kindervoeding (opgericht op 30 december 1889) die in de wintermaanden warm eten voor behoeftige schoolkinderen verzorgde. ’s Winters bewoonde ze met haar zuster Johanna Petronella (1831-1905) een pand aan de Rouaanse Kaai.’s Zomers togen de dames Luteijn zoals menig gefortuneerde Middelburger naar Domburg, waar zij in 1886-1887 een villa hadden laten bouwen. Broer Willem Daniel, (mede)eigenaar van de bierbrouwerij De Vijfhoek in Middelburg, hield hen daar menig jaar gezelschap, zo meldde het Domburgs Badnieuws

Arnold Wiggers

Zwitsers berglandschap met pastorale scène, schoorsteenstuk Albertine Henriëtte Luteijn, 1865 – rkd.nl