Knippen voor de koning

Johannes Hubertus Reijgers (1767-1849) was een knipkunstenaar die bij verschillende bezoeken van Oranjevorsten iets ingenieus produceerde.

Compositie met knip- en tekenwerk, in 1841 vervaardigd door J.H. Reijgers te Middelburg – afbeelding uit Archief 1994

Bij het drie daagse bliksembezoek dat de soeverein Willem Frederik, de latere koning Willem I, in september 1814 aan Vlissingen, Middelburg, Veere en Arnemuiden bracht, logeerde de vorst in de Abdij. De vertrekken waren gemeubileerd met geleende meubelen van de voornaamste ingezetenen en in het kabinet hing werk van (Thomas? en Pieter) Gaal, Bourjé en (Johannes) Koekkoek. Reijgers’ verzoek om een door hem vervaardigd knipwerk van ‘een Tempel ter gedachtenis van de Vrede’ aan te mogen bieden, werd door Willem Frederik ‘goedgunstig’ aangenomen. 

Een jaar later is Willem koning der Nederlanden en is de vrede na een kort intermezzo met de terugkeer van Napoleon en de slag bij Waterloo definitief. Reijgers, dan wonende in de Lange Gortstraat, liet per advertentie op 16 september 1815 weten dat hij een ‘Gedenkteeken op den Algemeenen Vrede van Europa’ met de schaar had gemaakt. Voor 10 stuivers per hoofd was het tot 3 oktober bij hem thuis te bewonderen. 

Tijdens een volgend bezoek van Willem ter gelegenheid van de opening van de nieuwe haven (het kanaal naar het Veerse Gat) op 9 augustus 1817, werd ook Museum Medioburgensis aangedaan waar onder meer de Teeken Akademie zetelde. Opnieuw werd werk van Pieter Gaal, Bourjé en Johannes (en van zijn 13-jarige zoon Barend) Koekkoek getoond, naast andere Middelburgse meesters. Reijgers presenteerde er zijn knipwerk dat betrekking had op de opening en werd aan de koning voorgesteld. De gedenknaald bij de Spijkerbrug is naar een (gewijzigd) ontwerp van J.P. Bourjé, die ook de festiviteiten rond de opening in een boekje heeft beschreven. De bemoeienissen van Reijgers en Bourjé met de festiviteiten leverde hun nog een medaille van de kooplieden op. 

Gedenknaald bij de Spijkerbrug Middelburg – foto: L. Labeur

Koning Willem II was eind augustus 1841 in Zeeland. Van 23 tot 26 augustus bezocht hij de hoofdstad, Vlissingen, Goes, Zierikzee, Domburg en Westkapelle. In Vlissingen woonde hij de onthulling van het beeld van Michiel de Ruyter, ontworpen door Louis Royer bij, toen nog op het Bellamypark. Hij had de dag ervoor in de Teeken Akademie al de compositie met knip en tekenwerk van Reijgers gezien. Het moest niet alleen een blijvende herinnering aan het bezoek zijn, maar ook een hulde aan de eenheid van het land, aan Oranje en de krijgsdaden van Willem II. En dan was er een gordijntje dat opgetrokken kon worden. Daarachter bevond zich een sokkel met het alliantiewapen van Willem en Anna Paulowna, opgericht ter ere van hun 25-jarig huwelijk. Reijgers mocht het opsturen naar Den Haag, wat hij ook deed. Omdat hij verder niets hoorde, informeerde hij eens beleefd in een brief van 3 mei 1842 of het toch wel aangekomen was. Dat was het geval. Het wordt in het Koninklijk Huisarchief nog steeds bewaard en verkeerd in een keurige conditie. Dat kan van het knipwerk uit 1817 niet gezegd worden. Nadat het ondergebracht was in de Oudheidskamer in het Stadhuis, ging het bij de brand van 17 mei 1940 genadeloos in vlammen op.

(wordt vervolgd)

Arnold Wiggers