Brand! Brand! Brand!

Zagen ze dat nou goed? Brandde daar iets in de garen en band winkel van Van Eersel aan het eind van de Lange Delft richting Markt? Het was half zeven, zondag 28 juni 1857. De winkel was natuurlijk gesloten en er bleek niemand thuis te zijn. Passanten forceerden de deur en de vlammen sloegen hun tegemoet. Onmiddellijk werd er alarm geslagen en van verschillende kanten kwamen de brandspuiten met hun brandgasten aangesneld, tot uit Vlissingen en Arnemuiden toe. Omwonenden, buurtgenoten en andere vrijwilligers hielpen aanpalende panden ontruimen of met emmers en andere middelen de brandspuiten te vullen. Relatief snel -na ongeveer drie uur- kon de brand ingedamd worden, mede doordat het niet of nauwelijks waaide. Problemen waren er ook: de waterputten waren ver van de plaats des onheils en er werden veel zand en steentjes opgezogen die de spuiten verstopten. De brandgasten uit Arnemuiden waren inmiddels zonder ingezet te zijn teruggestuurd. Er dreigde een onweer met mogelijk blikseminslag en in die hoek van Walcheren had Arnemuiden de enige brandspuiten. 

Gezigt bij het uitbarsten der brand te Middelburg. op Zondag, den 28 Junij 1857, steendruk in kleur door A.A. Nunnink, M.J. la Brand – Zeeuws Archief, KZGW ZI III 316

Zwaar onder de indruk van het gebeuren, berichtte de reporter in de maandagavondeditie ‘van 4 ½ uren’ het feitenrelaas. De Middelburgsche Courant verscheen destijds op dinsdag, donderdag en zaterdag, maar was aan het eind van de vorige dag al te verkrijgen. Op maandag 29 juni werd nageblust en kon grofweg de schade opgenomen worden. De hoek Lange Delft – Lange Burg was verbrand. Vijf winkel-woningpanden waren totaal vernield, de meeste met inboedel en al. Dat de brand zo om zich heen kon grijpen, kwam mede door de eigenaardige bebouwing. De huizen grepen als het ware in elkaar en vormden zo een blok waardoor het vuur moeilijk te bestrijden viel. Uiteraard waren woningen in de buurt, tot ruim 13 toe, beschadigd door de intense hitte. 

Op zaterdag 4 juli was het tijd voor enige reflectie en kreeg het handelsinstinct weer vat op de geesten. Bij A.J. de Wilde was voor 10 cent Overdenking en treurige herinnering aan den vreselijken brand van zondag l.l. van Antje Ball te koop. Boekhandelaar J.J. Ceulen kondigde aan een intekening te openen voor 2 prenten. Hij was van plan steendrukken bij A.A. Nunnink te Den Haag te laten maken met een afbeelding van het blussen uit de Lange Delft gezien, naar een tekening door Labrant, en het terrein de volgende dag, naar een tekening door Wolff. De prijs bedroeg 75 cent en voor niet-intekenaars een gulden. De prenten kwamen er in een oplage van ieder 1000 stuks.

Met Labrant werd Marinus Jillis la Brand bedoeld, destijds 19 jaar en in 1850 en 1852 prijswinnaar naar prent op de Teeken Akademie. Vader Job, (huis)schilder in de Kromme Weele, was in 1827 en 1829 op dezelfde academie onderscheiden. Marinus la Brand (Labrant of Labrand) zou niet oud worden: 17 december 1858 kwam hij al te overlijden.

Het nablussen duurde nog tot donderdag. Geruchten gingen rond. En wie was Wolff? Wordt vervolgd.

Arnold Wiggers