De schilderfamilie Worrell (2)

Jan Jacobus Worrell (1825-1895) zou de laatste Worrell worden die de Teeken Akademie bezocht. Hij was de zoon van Jan Worrell (ca 1792-1856) en Maria Magdalena Meijer (ca. 1800-1832) uit Zierikzee. Jan noemde zichzelf in een advertentie ‘Schilder en Kamerbehanger’ en verkocht in zijn winkel ook schoorsteenstukken, ‘tot zeer civiele prijzen’. In dezelfde advertentie uit 1825 zoekt hij ook een schildersknecht. In de Middelburgsche Courant van 17 augustus 1852 laat hij de lezers weten dat hij ‘ook meubels verschildert, naar alle houtsoorten en in den laatsten smaak’.  

Middelburgsche Courant, 21 april 1825, pagina 2 – Krantenbank Zeeland

Jan Jacobus had blijkbaar het talent van zijn grootvader geërfd en bezocht de Teeken Akademie, inmiddels gevestigd in de St. Pieterstraat. Tussen 1842 en 1846 won hij jaarlijks prijsbanden, waarvan die voor ‘doorzichtkunde’ (perspectief) uit 1844 in bezit van de ZB is. Met zijn verworven kennis bood hij zich in februari 1849 aan ‘tot het geven van Onderwijs in de Teeken- en Doorzigtkunde’, waarmee ook hij in het vaarwater van de academie kwam, wat later nog eens gebeurd lijkt te zijn. In een anoniem ingezonden stuk in de krant van 10 januari 1852 vinden we het verslag van de eerste vergadering van het jaar 1852 van het ‘teekengezelschap Kunst en Vriendschap’, gehouden de avond ervoor. De bekende schilder Jan Frederik Schütz (ook opgeleid aan de Teeken Akademie) had 12 tekeningen beoordeeld en ‘het verdienstelijk lid’ J.J. Worrell verkreeg de zilveren medaille ‘in het vak van landschapstekenen in de eerste klasse teekenkunde’. Hij won ook nog een prijs als beste tekenaar naar gekleed model. Daarnaast waren er prijzen in het vak bouwkunde. 

Middelburgsche Courant, 10 januari 1852, pagina 2 – Krantenbank Zeeland

Een jaar later op 8 januari 1853 was er weer een anoniem ingezonden verslag van de vergadering van Kunst en Vriendschap. Jan Jacobus Worrell was nu voorzitter en werd opnieuw onderscheiden met de prijs voor het tekenen naar gekleed model. Na de prijsuitreiking stond voorzitter Worrell namens alle leden uitgebreid stil bij het belang van de Teeken Akademie. Hij betoogde dat allen daar gevormd waren of werden en de academie beschouwden als ‘de oorsprong van hun kunstbestaan’. Kunst en Vriendschap was alleen opgericht om te herhalen en te dienen als oefenschool voor diegenen die alle rangen van de academie eervol hadden doorlopen. Voor een goed verstaander was duidelijk dat hier plooien werden gladgestreken. Het laatste wat we van Kunst en Vriendschap vernemen is in 1857 een aankondiging van een tweedaagse expositie in de Schouwburg, ‘zijnde het nu juist het 10 jarig bestaan van deze Vereeniging’.

Middelburgsche Courant, 8 januari 1853, pagina 2 – Krantenbank Zeeland
Middelburgsche Courant, 1 oktober 1857, pagina 4 – Krantenbank Zeeland