‘Het Groot Schilderboek’

Eerder werd hier melding gemaakt van de nalatenschap van Bomme. In de veilingcatalogus stond onder meer ‘Het Groot Schilderboek’ van De Lairesse (1640 – 1711). Ooit was dit een veelgebruikt boek met praktische schilderinformatie. Het werd diverse malen herdrukt. Ook de Teeken Akademie gaf het boek weg.

De fraaiste prijsbanden gaf de Teeken Akademie aan het begin van haar bestaan. Jan Roeland Worrell werd zowel in 1780 als in 1781 onderscheiden met een prachtige band, gemaakt door de Middelburgse boekbinder Jan Dane (overleden 1783).

In 1781 ontving Worrell ‘Het Groot Schilderboek’ van Gerard de Lairesse (Amsterdam 1707) Het boek zou vanwege zijn praktische informatie over het schilderen van grote invloed worden in de achttiende-eeuwse schilderkunst. Herdrukken verschenen in 1712, 1714, 1716, 1740 en nog een laatste in 1836. Het werk werd vertaald in het Duits (3 drukken), het Frans en het Engels. Op de belangrijkste academies werd het boek in de lessen gebruikt en werd het regelmatig als prijs uitgedeeld. Ook in Middelburg, waar het behalve in 1781 (versie 1707), in elk geval in 1794 (versie 1712) en 1836 (versie 1740) aan de beste leerlingen werd aangeboden. Of het boek in Middelburg werd behandeld, is onduidelijk, omdat schilderen niet op het lesprogramma stond, wel het behangselschilderen, waarover ook het nodige in het boek te vinden is.

De inhoudsopgave zoals deze in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren onder https://www.dbnl.org/tekst/lair001groo01_01/ te vinden is, geeft een goed beeld van de benodigde vakkennis zoals De Lairesse dat zag. ‘… het verbeelden van deftige en stichtlijke zaaken, als fraaije Geschiedenissen en Zinnebeelden, Geestelijk en Moraal, de welke op een deugdzaame en betaamelijke wyze, ieder een tot vermaak en nuttigheid strekkende, moet worden uitgedrukt.’

In zijn persoonlijke leven had De Laraisse pech besmet te raken met syfilis, waardoor hij de uiterlijke kenmerken kreeg die bij die ziekte horen, wat genadeloos door Rembrandt werd vastgelegd in het portret dat hij van zijn collega in 1667 maakte. Vanaf 1790 verloor hij zijn gezichtsvermogen. De populaire schilder wist een kring van aankomende schilders en geïnteresseerden om zich te verzamelen en gaf een- of tweemaal per week colleges. Die dictaten zijn door een zoon verzameld en na de nodige moeilijkheden in 1707 met gravures gepubliceerd, waarna de zegetocht van het boek kon beginnen.

Frontispice uit 1712 van ‘Het Groot Schilderboek’ van Gerard de Lairesse (Luik 1640 – Amsterdam 1711)