De wezen van de Teeken Akademie

Willem (1801-1873) en Martinus (1806-1891) Pouwelsen (ook Pauwelsen) moeten een deel van hun jeugd doorgebracht hebben in het Burgerweeshuis aan het Molenwater in Middelburg. Willem is geboren in Zierikzee, maar een vermoedelijk jong gestorven broertje Antonius werd in Groningen in 1803 katholiek gedoopt, net als Martinus in 1806. Ergens moet er een relatie met de stad Middelburg zijn, anders zouden ze na het overlijden van hun ouders Willem Pauwels(en) en Hendrina Cloosterman niet in het weeshuis opgenomen zijn. 

Willem volgde tekenlessen aan de Teeken Akademie en werd daar tussen 1820 en 1823 elk jaar bekroond voor het tekenen naar prent en naar pleister en in de bouwkunde. In 1826 was hij de beste in het tekenen naar levend naaktmodel. Martinus kreeg in 1822 een aanmoedigingsprijs en ontving in 1825 en 1826 prijzen voor zijn tekenwerk naar prent en pleister. Het tekenen naar naaktmodel ging ook hem goed af, gezien de eerste prijs in 1828.

‘De Nieuwe Aanleg bij de Koepoort te Middelburg, gezien van het N.W.,’ Martinus Pouwelsen, 1825 – Zeeuws Archief, KZGW ZA II 2564

Hier was sprake van ware talenten en dat werd onderkend. F.J. van Vree, regent van de Godshuizen, de organisatie die ook het Burgerweeshuis onder zijn hoede had, bemoeide zich al langer persoonlijk met de opleiding van zijn wezen. Nu vond hij het tijd dat er een vervolgopleiding kwam en ondernam met een aantal Middelburgers in mei 1828 een inzamelactie om een fonds te vormen waarmee eerst Willem en later Martinus aan de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten in Antwerpen hun studie konden voortzetten. De Teeken Akademie ondersteunde met een goed getuigschrift de onderneming. Beide broers bekwaamden zich met succes in de schilderkunst en werden regelmatig onderscheiden tijdens tentoonstellingen. 

‘Markt Middelburg met gezicht op stadhuis,’ Willem Pouwelsen 1839 – Gemeente Middelburg, Stadhuiscollectie Middelburg, nr 64

Veel good will bij de Middelburgse burgerij kregen Willem en Martinus in 1837 toen zij zeven ‘kapitale schilderijen’ en 88 tekeningen beschikbaar stelden voor een loterij onder allen die hen financieel ondersteund hadden in hun vier Antwerpse studiejaren. Gezien het aantal werken waarvan 16 tekeningen speciaal voor deze gelegenheid gemaakt waren en het feit dat de loten af te halen waren, zal de verloting zonder nieten geweest zijn. Vanaf 7 maart waren de werken dagelijks van 10 tot 4 uur te zien in de woning van Van Vree in de Lange Delft. Na een week toeloop was op 15 maart de voor de lotenhouders toegankelijke trekking door twee wezen in datzelfde woonhuis. Gelukvogels zo bleek, want menigeen had hen wat geld toegestopt, dat keurig door de regenten op een spaarbankrekening werd gezet, zo meldde Van Vree op 21 maart in de krant.

‘Ringsteken in Oost-Souburg,’ Willem en Martinus Pouwelsen, 1858 – Afbeelding via PZC / © Reproductie Job Ubbens Art

Toch zouden de broers niet definitief naar Middelburg terugkeren. Willem is er vanaf 1839 tot zeker 1858 actief geweest, gezien onder meer zijn schilderijen van het stadhuis uit die jaren. Martinus is er in 1850 getrouwd en zijn kinderen zijn er geboren. In 1861 waren beiden werkzaam in Antwerpen, waar zij ook overleden zijn.