De gebroeders Haccou

Johannes Cornelis Haccou, zelfportret [1835] – Art Institute Chicago

Als datum van het huwelijk van Jo(h)annes Haccou en Cornelia Verberkmoes staat 7 september 1792 genoteerd. De bruidegom was ongeveer 22 en de bruid een jaar jonger. Ze zal in gezegende staat zijn geweest want de eerste van 10 kinderen liet al op 27 november van zich horen. Hoewel hij als Lodewijk Gillis (of Gilles) voorkomt, heette hij in de burgerlijke stand Louis Gilles. Zijn eerste voornaam kreeg hij van zijn grootvader Louis Haccou, een linnenkoopman. Ook Johannes Haccou ging als koopman door het leven. Op 18 april 1798 zag Johannes Cornelis het levenslicht. Deze twee zonen (er waren er nog twee, een opzichter en een stuurman) stonden als ‘teekenmeester’ bekend. 

De opleiding van beide jongens vertoont gelijkenis met die van Barend Cornelis Koekkoek: een opleiding aan de Teeken Akademie lijkt waarschijnlijk, maar uit wat er rest aan gegevens van de opleiding is het maar moeilijk hard te maken. Wel duikt de naam van Johannes Hermanus Koekkoek, de vader van B.C. op als leermeester van alle drie. Hij was wèl een gelauwerde leerling van de Teeken Akademie maar werd nooit aangesteld als leermeester. Bij hem en mogelijk op een van de Middelburgse behangselfabriekjes zullen de getalenteerde schilders in spé de kunst onder de knie hebben gekregen. Toch zijn er momenten dat de band tussen deze talentvolle jongens en de academie manifest werd. In 1817 kwam koning Willem naar Middelburg en bezocht ook het gebouw van de Teeken Akademie, waar een expositie ingericht was van werk van plaatselijke kunstenaars. Johannes Cornelis Haccou hing er, maar ook werk van de toen 13-jarige B.C. Koekkoek, naast werken van leermeester Johan Godfried Geijp. Ook de al genoemde J.H. Koekkoek en Johan Pieter Bourjé, primus naar levend model in 1793, waren met werk vertegenwoordigd.

In 1821 werd Johannes Cornelis Haccou primus naar levend model, een discipline die alleen door geoefenden gevolgd kon worden, al dan niet opgeleid aan de Teeken Akademie. Een jaar later werd een tentoonstelling ingericht waar zowel Johan Cornelis als Louis Gilles Haccou hun werk lieten zien. Van Louis Gilles Haccou hingen er twee aquarellen: ‘Eene Woelende Zee met Schepen’ en ‘Eene Stille Zee met dito’, die zich tegenwoordig vermoedelijk in de Atlas van Stolk in Rotterdam bevinden (afgebeeld in het jubileumboek Om prijs en plaats). Van Johannes Cornelis was een olieverfschilderij te bewonderen waarop een landschap met figuren en vee. Juist hij zou zich ontwikkelen tot een gewaardeerd landschapsschilder. Hij ondernam studiereizen naar Frankrijk, Duitsland en Zwitserland, waardoor er van hem ook berglandschappen bekend zijn. Uiteindelijk kwam hij in Engeland terecht, waar een grote markt was voor landelijke taferelen. Hij stierf in Londen op 21 januari 1839. Over een huwelijk of van nakomelingen is niets bekend.

Louis Gilles Haccou bleef in Middelburg. Hij huwde in 1826 Helena Jacoba Gernler (ca. 1802-1890). Toen hij na langdurig lijden -volgens de advertentie van de weduwe- op 23 september 1843 overleed, liet hij 3 nog jonge kinderen na. Hij zal met teken en schilderen zijn brood hebben verdiend. Advertenties waarin hij zich aanbod als leraar of betrekkingen op een school zijn niet terug te vinden. Wel is redelijk wat werk van hem in Zeeuwse verzamelingen, wat voor zijn broer niet geldt. 

Arnold Wiggers

Louis Gilles Haccou, Zeegezicht. Tekening, gewassen inkt – Zeeuws Archief, Historisch-Topografische Atlas Vlissingen nr. 4107
Louis Gilles Haccou, Zeegezicht. Tekening, gewassen inkt – Zeeuws Archief, Historisch-Topografische Atlas Vlissingen nr. 4109