Tekenen en fotograferen

Portret van W.M. van Haaften, ca. 1845, daguerreotype 1/1 plaat, vervaardigd door H.D. Erdegaingh – Prentenkabinet Rijksuniversiteit Leiden

De exactheid waarmee sommige tekenaars hun omgeving vastlegden doet denken aan fotografie. De basis van de fotografie ligt echter in de chemie en het is dan ook niet verwonderlijk dat natuurkundige gezelschappen en vooral apothekers zich met deze toen nieuwe technieken bezighielden. Zo ook Huibert Daniel Erdegaingh die mogelijk in 1842 als eerste een fotoatelier runde en dat nog wel in Middelburg aan het Molenwater M 176 (dat stuk dat voorheen ook Korte Heerengracht werd genoemd). 

Over Erdegaingh als apotheker, controleur bij de Waarborg voor Goud- en Zilverwerken en fotograaf is het nodige gepubliceerd door Adri Verburg en Josephine van Bennekom, In Zeeuws licht gevangen. Fotografie in Middelburg 1842-1870, Middelburg 1994. Geboren werd hij in Middelburg op 27 mei 1806 als zoon van Leendert Erdegaingh en Levina van Maale. Grootvader Huibert Erdegaingh (de van oorsprong vermoedelijk Engelse naam schijnt in Middelburg uitgesproken te zijn als Artegaal) was ‘beurtman’ op Breda en adverteerde in 1774 met ‘Beuke-veeren [= jonge boompjes] bekwaam tot Hagen en Heesters’. Rond 1700 waren er overigens al Erdegainghs in de Breda gevestigd. Vader Leendert specialiseerde zich in afbraakhout van huizen en schepen en behoorde tot de gegoede middenstand. Oom Willem Erdegaingh op de Korendijk was controleur van vis en moet goed hebben kunnen tekenen. In 1836 bood hij zich als ongeveer 67-jarige aan tot het geven van onderwijs in het tekenen. 

Huibert Daniel kon ook tekenen. In 1820 en 1821 werd hij als beste in respectievelijk de derde en tweede klas naar prent door de Teeken Akademie onderscheiden. Op de tentoonstelling ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de academie in 1828 was er ook werk van hem te zien. Na het tekenonderwijs kwam hij in 1824 op de Geneeskundige school en ging hij zijn weg via praktijkervaring in Dordrecht naar een eigen apotheek in Middelburg. Wellicht vanuit zijn chemische achtergrond en omdat zijn zwager er al werkte, werd hij in 1839 controleur bij de Waarborg voor Goud- en Zilverwerken. Dat bleef hij doen, ook toen hij in 1841 de apotheek van de hand deed en zich op fotografie concentreerde. Dat was de daguerreotypie, een techniek waarbij elke opname een uniek werk opleverde. Vanaf ƒ 7 kon een portret gemaakt worden, wat beslist niet voor iedereen was weggelegd. Een werkman verdiende dat bedrag zo ongeveer per week. Voor de betere middenstand kwam een portret wel in beeld, wat volgens de advertentie van 18 augustus 1842 in de Middelburgsche Courant binnen een minuut gepiept was. 

Middelburgsche Courant, 18 augustus 1842, pagina 2 – Krantenbank Zeeland

De eerste advertentie werd ook opgemerkt in de redactionele kolommen en die tekst vond woord voor woord zijn weg als gratis reclame naar de Zierikzeesche Courant en de Vlissingsche Courant. Voor de Zuid-Bevelanders bood Erdegaingh in september 1843 de mogelijkheid zich te laten fotograferen in de Korenbeurs op de Markt in Goes, waar hij een kleine week zijn studio had ingericht. De vanaf prijs lag hier met ƒ 6 iets lager dan in Middelburg. Na 1846 adverteerde Erdegangh niet meer. Wellicht spelen hier huiselijke omstandigheden mee. Zijn vrouw Anna Loos stierf op 44-jarige leeftijd in 1850. Erdegaingh bleef alleen achter, want het in 1830 geboren enig zoontje was datzelfde jaar nog overleden. Huibert Daniel vertrok naar Utrecht om zich verder te bekwamen in het controleursvak en werd eerst in Utrecht en in 1852 in Breda bij de Waarborg benoemd. Daar overleed hij op 8 januari 1856, diep betreurd door zijn hoogbejaarde vader. 

Arnold Wiggers