‘Een flink criticus’

Legaat van A.A. des Tombe aan het Zeeuws Genootschap in 1903 – Zeeuws Museum G1661

Zo werd Willem Jan van den Berghe (1823-1901) in zijn necrologie genoemd, die op 10 juli 1901, een dag na zijn overlijden, in de Middelburgsche Courant verscheen. ‘Met een oogopslag wist hij een goed schilderij van een minder goed te onderscheiden.’ Blijkbaar betrof dat kritisch-zijn vooral zijn eigen werk: ‘hij werkte ijverig en nauwgezet en onder wat hij wrochtte komt zeer veel goeds voor’. Zijn leerlingen wist hij ‘liefde voor de kunst in te boezemen’, ondanks dat de schrijver onder hen vooral middelmaat zag. 

Onvermoeibaar heeft hij zich vanaf zijn definitieve vestiging in Middelburg in 1862 tot aan zijn dood ingezet voor alle initiatieven die tot doel hadden kunst onder het publiek te brengen. Voor  de vereniging Uit het Volk-Voor het Volk en voor het Kunstmuseum liep hij zich blijkbaar het vuur uit de sloffen. Hij wist kunstenaars te bewegen werk naar Middelburg te zenden voor exposities en hielp tentoonstellingen inrichten, waarin ook werk van hem te zien was. Daarbij moet hij dat met veel ‘plichtsbesef’ hebben gedaan, ‘zonder zich op de voorgrond te dringen’. Of dat een keurig eufemisme is om aan te duiden dat andere heren uit de betere kringen uiteraard de eerste viool in dit soort organisaties speelden? Het standsverschil zal voelbaar zijn geweest. 

In 1877 werd Willem Jan van den Berghe de Zeeuwse correspondent voor Vereeniging tot Bevordering van Beeldende Kunsten. Een door de Amsterdamse Maatschappij Arti en Amicitiae in 1845 opgerichte vereniging. Voor ƒ 5,00 kon men lid worden, wat zonder meer jaarlijks recht gaf op een steendruk. Tevens diende het als lot voor de jaarlijkse loterij, waarvoor nieuw werk bij kunstenaars werd aangekocht. Ook dit correspondentschap bleef de kunstenaar tot het levenseind toe vervullen. 

Toen het initiatief om te komen tot een standbeeld voor Frans Hals zich vanuit Haarlem in 1895 over het land verspreidde, was het waarschijnlijk geen verrassing dat W.J. van de Berghe, naast andere heren, in het comité hier ter plaatste zitting kreeg. 

Sociaal betrokken was Van den Berghe ook. In augustus 1875 werd Zuid-Frankrijk getroffen door ernstige overstromingen. De ellende trok internationaal aandacht en ook de kunstsector in de Lage Landen betoonde zich actief. In Antwerpen werd een grote loterij georganiseerd met ingebrachte kunstwerken als prijs. Van den Berghe werd de Middelburgse promotor. Loten waren te koop bij Boekhandel Den Boer en bij hem aan de Londense Kaai H 66 (nu nr 9). De vrijgezelle schilder voerde daar een huishouden met zijn eveneens ongehuwde zuster Catharina Wilhelmina (1826-1912). Uiteindelijk zou de verloting pas in juni 1876 plaatsvinden en het lijkt erop dat niet alle loten een koper hadden gevonden.

Een ander initiatief waar hij zich voor inzette was het St. Nicolaasfeest voor kinderen van min- en onvermogenden in 1889. Maar liefst 1375 kinderen kwamen voor dit feest in aanmerking, waar een dames en een heren comité zich voor inzetten, om niet alleen geld, maar ook ‘in onbruik geraakt speelgoed’ bijeen te brengen voor een heerlijk avondje. 

Wat dr. J.C. de Man aan de groeve over de schilder heeft gezegd, is niet overgeleverd. De necroloog kraakte in de krant een dag na het overlijden alvast een kritisch nootje, want ‘mocht hij –voor een deel als gevolg van zijn eigenaardig karakter- niet door allen op de rechte waarde worden geschat, toch een open plaats nalaat’. 

Arnold Wiggers

W.J. van den Berghe (1823-1901), Koeienlandschap, olieverf op paneel, 23,5 x 34 cm. Schilderij aangeboden begin februari 2022 bij Catawiki en onverkocht gebleven (schatting € 2.400- € 2.700)

Ondertekening stadstekenschap

De ondertekening van het stadstekenschap door striptekenaar Boris Peeters en de voorzitter van de Teeken Akademie Arnold Wiggers – foto: Teeken Akademie
De ondertekening van het stadstekenschap-liefhebber door urban sketcher Christien van Driel en de voorzitter van de Teeken Akademie Arnold Wiggers – foto: T. K. Hoekstra
De ondertekening wordt feestelijk omlijst met ‘Om prijs en Plaats’, een boek over de geschiedenis van de Teeken Akademie – foto: T. K. Hoekstra
‘Om prijs en Plaats’, een boek over de geschiedenis van de Teeken Akademie – foto: T. K. Hoekstra

Landschapsschilder en kunstbevorderaar Willem Jan van den Berghe

De kans is groot dat de kinderjaren van Willem Jan van den Berghe (1823-1901) en zijn zusje Catharina Wilhelmina (1826-1912) door gebrek gekenmerkt zullen zijn. Op papier zag het er bij het huwelijk van hun ouders Pieter Engelz van den Berghe en Elisabeth Laurina de Gruson in augustus 1822 zo slecht niet uit: hij liet noteren dat hij directeur van het weeshuis was en zij particuliere. Overdreven jong waren ze met respectievelijk 34 en 36 jaar ook niet, wat hen in staat zal hebben gesteld wat geld achter de hand te hebben. Helaas. Een paar maanden na de geboorte van zijn dochtertje doet Pieter een dringend beroep op het provinciaal bestuur hem te benoemen op een vrijgekomen plaats op de griffie. Vier jaar lang heeft hij in het Bedelaarsgesticht voor eigen rekening geprobeerd ‘lakens, baaijen en carsaaijen’ te laten weven wat geen succes is geworden. Het zou kunnen dat hij het Armenweeshuis -op de plek van het Gasthuis- in deze jaren bestierde, dat als weeshuis in 1812 verlaten was. Hij is van zijn directeurschap in het gesticht ontheven, zo noteerde een klerk, en bevond zich nu zonder enig bestaan. Aangenomen werd hij niet, ook niet in 1828 toen hij tweemaal solliciteerde. Hij stierf in 1855 als expediteur. Willem Jan was toen al een gerenommeerd kunstschilder. 

Hoe was hij na zo’n start zover gekomen? Als jongeling had hij een kantoorbaantje en bezocht in de wintermaanden de lessen op de Teeken Akademie. Met succes. In 1842 werd hij tot de beste in de eerste klas naar prent uitgeroepen. In 1845 volgde nog een prijs in doorzichtkunde, waarna hij naar Antwerpen vertrok om bij stadgenoot -ook leerling van de Teeken Akademie- Abraham van der Waeyen Pietersz. (1817-1880) te leren schilderen, mogelijk met steun van honoraire en dirigerende leden van de Teeken Akademie. Op een expositie in Brussel in 1848 viel hij in positieve zin op. Tussen 1847 en 1851 maakte hij studiereizen naar de Ardennen, het Zwarte Woud, Beieren en Tirol. Middelburg hield hem in de gaten en zo was er in augustus 1850 van Van der Waeyen en Van den Berghe werk te zien in de Teeken Akademie. Een jaar later werd er weer werk van hem getoond en meldde de Middelburgsche Courant dat hij van zijn reizen was teruggekeerd. Kiezen voor Middelburg deed hij voorlopig niet. Tussen 1853 en 1862 woonde hij in Den Haag, waar hij verder aan zijn oeuvre en reputatie als landschapsschilder werkte.

Herten bij avondlicht, olieverf op paneel, W.J. v.d. Berghe (1823 – 1901) – twentsveilinghuis.nl

Na zijn definitieve terugkomst naar de Zeeuwse hoofdstad zette hij zich waar mogelijk in voor de bevordering van de kunst. In 1864 was er een schilderijententoonstelling in de bovenzaal van het Stadhuis. De criticus van de krant ging kijken. Niet al het werk besprak hij, maar bij Willem Jan van den Berghe bleef hij even stilstaan. Er waren twee werken van hem te zien en ‘het doet ons genoegen deze schilder niet in Tyrol te ontmoeten’. (Toen moest de expositie van 1866 nog komen waar het thema bergen door minstens 3 schilders werd behandeld… ) Hij zag een positieve ontwikkeling in het werk van de kunstenaar. De krant wilde nog wel even kwijt dat ƒ 0,25 als entree toch wel erg gortig was, wilde men ook de gewone man binnenkrijgen. En juist die kunstpromotie lag Willem Jan na aan het hart. (wordt vervolgd)

Arnold Wiggers

Een staartje Worrell

Onder de titel ‘Doorzichtkunde. De Middelburgse schildersfamilie Worrell’ verscheen in De Wete (2022 afl. 1) van de Heemkundige Kring Walcheren een papieren versie van wat al even hier op deze site te lezen was. Een ander medium brengt natuurlijk ook weer andere lezers en ik was bijzonder aangenaam verrast een mailtje te ontvangen van een van hen met de mededeling:

‘… laat ik nu in het bezit zijn van een leuk schilderij gesigneerd A.B. Worrell. Een melkmeisje met een schelphoed op. Een paneeltje van ongeveer 45 x 30 cm.’

A. B. Worrell, Een melkmeisje met een schelphoed op. Olieverf op paneel, 45 x 30 cm – Particuliere collectie

Abraham Bruinings Worrell werd in 1787 geboren en stierf in Engeland vermoedelijk in 1852. Na zijn tweede huwelijk in 1813 vertrok Worrell met zijn Engelse bruid naar haar geboorteland. Hij is vooral bekend van landschappen en genrestukken waarop vele koeien en andere dieren te zien zijn. In die laatste categorie valt het nu gesignaleerde stuk en het is aantrekkelijk te denken dat het tafereel op Walcheren gesitueerd is. 

Het RKD kent 5 schilderijen van hem. Het meest bediscussieerd is ‘Vee bij de rivier, bij Dordrecht met Huis te Merwede op de achtergrond’. Ooit is geprobeerd dit voor een Aelbert Cuyp te verkopen. De datering lijkt met tussen 1780-1799 aan de vroege kant voor iemand geboren in 1787. In elk geval kan het ook als compliment opgevat worden dat men dit voor een Cuyp aanzag. Gezien de populariteit van Cuyp en van dit soort scènes in Engeland is het niet vreemd om te veronderstellen dat dit werk juist voor die markt gemaakt is. Zie ook de tentoonstelling in Dordrecht: ‘In het licht van Cuyp’ (tot 6 maart 2022). Gesigneerd en gedateerd 1825 is de ‘Melkmeid met haar vrijer in een rivierenlandschap’, een genrestukje van het soort waar je tegenwoordig de handen niet meer voor op elkaar krijgt. 

Een niet gedateerd schilderij ‘Koeien met ruiter en koeienhoeder in een landschap’ is het meest verwant met het schilderij dat de lezer van De Wete bezit: hier wordt het al twijfelachtig of dit wel in onze contreien is. Het sluit helemaal aan bij de ‘Cuyp-rage’ in Engeland. Dan zijn er nog ‘Koeien en schapen in een landschap’ uit 1841, dat op het werk van Paulus Potter geënt lijkt en een ‘Landschap met brug, vee en een ruiter’ uit 1845. 

Er zijn meer schilderijen van hem bekend dan het RKD in zijn bestand heeft. Een kleine rondgang op het internet levert zo nog eens zo’n 25 schilderijen op. Zo te zien hangt er geen schilderij van Abraham Bruinings Worrell in een Zeeuws depot of op zaal. Daar kan natuurlijk verandering in komen: nog niet zo lang geleden werd een werk aangeboden bij Catawiki, dat niet verkocht werd. Mogelijk duikt het met al deze belangstelling voor de schilder weer eens op.

Arnold Wiggers

A. B. Worrell, olieverf op paneel – Catawiki

Stadstekenaars in de pers

Afgelopen week verschenen er diverse artikelen in de pers over de verkozen stadtekenaars Middelburg 2022. Een overzicht:

PZC, 5 februari 2022

https://www.pzc.nl/walcheren/japans-monster-verschijnt-ook-in-middelburg-striptekenaar-boris-peeters-wordt-stadstekenaar~ac144a4e/

https://www.omroepzeeland.nl/nieuws/14395127/nieuwe-stadstekenaar-verliefd-geworden-op-middelburg-het-is-zon-mooie-stad

https://www.internetbode.nl/regio/middelburg/354058/stadstekenaars-middelburg-2022-bekendgemaakt