De andere Wilhelmus van Uije 

Gezigt op de stad [Assen]. 20e -eeuwse reproductie naar een tekening van W. van Uije, ca. 1851-1860 – Gemeente Assen, Ag04924

Naast het dirigerende lid Wilhelmus van Uije kende de Teeken Akademie twee bekroonde leerlingen met die naam. Allemaal familie. De ene primus was Wilhelmus JJz de bouwkundige die in 1854 de familieonderneming Ws. van Uije en Zonen kwam versterken en de andere was Wilhelmus Wz, een (half)oom van voorgaande, die een andere richting opging. Eerst de familierelatie: uit het tweede huwelijk van Wilhelmus sr. met Johanna Jacoba Kok was Wilhelmus, die op 3 juli 1819 het leven zag, het zesde kind. Na hem kwam nog een levenloos broertje, waarmee hij de jongste nazaat was. Zijn halfbroers Jacobus Johannes en Cornelis Johannes uit het eerste huwelijk van hun vader met Johanna van der Wiele vormden de zonen in de firmanaam.

Waar de andere genoemde familieleden Van Uije allen in de bouwkunde thuis waren, werd Wilhelmus Wilhelmuszoon van Uije in 1839 ‘slechts’ primus in de eerste klas naar prent. Verder onderwijs aan de Teeken Akademie, ervoor of erna, is onbekend: het bleef bij die ene prijs als 20-jarige. Wat zijn parcours vervolgens was, is in nevelen gehuld. Hij duikt weer op in de burgerlijke stand van Assen waar hij op 20 januari 1850 in het huwelijk trad met Antoinette Gerardine Petronille de Geus. Zijn bruid was geboren op 5 februari 1820 in Antwerpen uit het huwelijk van Adrianus de Geus en Henriëtte Swam. In 1850 was vader De Geus opzichter bij de waterstaat in Drenthe, vandaar het huwelijk in Assen. Wilhelmus was volgens de trouwacte woonachtig in Arnhem, terwijl bij de inschrijving in het bevolkingsregister van Assen in 1850 staat dat hij afkomstig was uit Deventer. 

Hoe dan ook, in de krant van 4 juni 1850 meldde de redacteur van de Middelburgsche Courant in de Drentsche Courant gelezen te hebben (of was hij getipt?) dat in Assen twee schilderstukken van oud plaatsgenoot W. van Uije geëxposeerd werden. Twee landschappen die getuigden van veel aanleg bij de jonge schilder die bij de juiste ontwikkeling hem tot een groot schilder zouden kunnen doen uitgroeien. Het zou anders lopen. Nog bij de geboorte van de oudste zoon Willem Johannes (1850-1907) stond hij te boek als schilder. Bij de geboorte van Adrianus Hendrik (1852) en Jacobus Cornelis (1859) was dat ‘tekenmeester’. Uit deze jaren zijn litho’s naar tekeningen van Wilhelmus van gezichten van Assen bekend die een wat naïeve indruk maken. Tussen 1863 en 1867 exploiteerde hij met Bernardus Jan Somer (1844-1910) een fotoatelier in Assen, wat hij daarna tot 1879 alleen voortzette*. 

In 1879 verhuisde het echtpaar Van Uije-de Geus naar Rotterdam, waar ze bij hun jongste zoon Jacobus Cornelis gingen wonen. Wilhelmus werd ingeschreven als koopman, zonder meer. Hij stierf hier in 1889, zijn weduwe in Den Haag in 1906.

Hoewel Wilhelmus van Uije Ws. in het kunstenaarsoverzicht van Scheen voorkomt, is van hem geen schilderij bekend, ook het Drents Museum bewaard anno nu geen schilderwerk van hem. Wel worden in het Drents Archief meerdere foto’s van Van Uije bewaart, waaronder een stereofoto van zijn oudste zoon Wilhelmus Johannes.

Arnold Wiggers


*zie: M. Goslinga en M. Hiemink, Assen gephotographeerd. Foto’s tussen 1860 en 1910. Assen 2018

Stereofoto: Tuin en Horstwijk. Gezigt op den tuin van den Heer van Uije en op het buiten [= de burgemeesterswoning villa Horstwijk] van den Burgemeester [van Assen W.A. baron Van der Feltz]. Fotograaf: Wilhelmus van Uije, ca. 1865 – Drents Archief, Collectie stereofoto’s Drents Museum DM 27068
Stereofoto van Wilhelmus Johannes van Uije (Assen 1850-Amsterdam 1907) met een stereokijker, ca. 1865. Fotograaf [vader] Wilhelmus van Uije – Drents Archief, Collectie stereofoto’s Drents Museum DM27067

De Firma Ws. van Uije onder de zonen J.J. en J.C. 

Middelburg, Lange Noordstraat met de R.K. kerk, gebouwd door de firma Ws. van Uije, 1844-1845. Prentbriefkaart Gebr. Hildernisse ca. 1910 – Zeeuws Archief, Collectie KZGW, ZI Prentbriefkaarten nr. 2047

Het eerste grote project dat de firma Ws. van Uije en Zonen onder de directie van de zonen Jacobus Johannes en Cornelis Johannes ter hand nam, was de bouw van de katholieke kerk in de Lange Noordstraat in Middelburg (1844-1845). In de aanneemsom ƒ 38.400 zat naast de bouw van een nieuwe kerk naar ontwerp van Joseph Broudrez, ook de afbraak van het woonhuis wijk C nummer 25 (hoek Lombardstraat-Lange Noordstraat richting Korte Noordstraat), dat voor de kerk plaats moest maken. Een groot pand waarschijnlijk, niet alleen door het grondvlak van de kerk. Ook de advertentie die rond 1 augustus 1844 in zowel de Middelburgsche, als de Vlissingsche en de Zierikzeesche Courant verscheen roept het beeld van een fors geheel op: ‘Te koop aan den afbraak van het Huis in de Lange Noordstraat … eene aanzienlijke partij Deur-, Licht- en Schuifkozijnen, Kapgebindten, Balken, Ribben, Kassen, Bedsteden, Spiegels, Dorpels, Vloerstenen, Pannen, Metselsteenen, Paardebakken enz.’ Trouwens, ook de afbraak van de oude katholieke (schuil)kerk aan de Blauwedijk in 1848 was het werk van de firma en ook daar werd afbraak te gelde gemaakt.

De zonen waren ondertussen aan gezinnen begonnen. Jacobus Johannes (ca. 1802-1873) huwde 27 januari 1825 Cornelia Johanna Pieternella van Ockenburg (ca. 1802-1868), met wie hij 8 kinderen kreeg. ‘Steenhouwer’ Cornelis Johannes (1803-1879) trad op 5 oktober 1831 met Cornelia Pieternella Ripping (1811-1847) in het huwelijk, waarin 7 kinderen werden geboren. Hij werd in 1837 rechter-plaatsvervanger in de Rechtbank van Koophandel, die voornamelijk over faillissementen oordeelde. Zijn broer werd tussen 1851 en 1865 meerdere malen tot gemeenteraadslid gekozen, waar hij steeds een liberaal geluid liet horen. Bij aanbestedingen moet dit wel eens bijzondere situaties opgeleverd hebben, ondanks dat Van Uije bij stemmingen die zijn bedrijf aanging de raadszaal verliet. 

Waterstaatswerken behoorden tot het specialisme van de firma. Voor ƒ 14.000 werd in 1847 de bouw van een aanlegsteiger en een veerdam bij Wolphaartsdijk aangenomen, waar het herstellen van ‘de dam aan het Kortgeensche Veer’ bij hoorde. Gezien de aanneemsom in 1851 van ƒ 54.500 was de bouw van de garancinefabriek ‘Zeeland’ voor de Zeeuwsche Maatschappij voor Meekrapbereiding in Wilhelminadorp een ander kapitaal werk voor de Middelburgse firma Van Uije. Een met stoommachines werkende onderneming die de meekrapwortels op een naar Frans voorbeeld ingerichte wijze met stenen vermaalde tot het veel gevraagde rode kleurstofpoeder. Vermoedelijk betrof het een uitbreiding van de meestoof met dezelfde naam die uit 1820 dateerde.

De directie werd in 1854 uitgebreid met Wilhelmus van Uije JJz (1828-1905), zoon en neef van de zittende vennoten, waarmee de derde generatie zijn entree maakte. Deze Wilhelm(us) was weer een leerling van de Teeken Akademie. In 1847 werd hij primus in de 1e klas en in 1849 onderscheiden met de medaille als primus in de bouwkunde. De gegevens van 1848 ontbreken, zodat het mogelijk is dat hij in het tussenliggende jaar ook tot de winnaars behoorde. Zijn vader zal als dirigerend lid in deze jaren de prijsuitdelingen met genoegen bijgewoond hebben.

Op 18 september 1857 huwde Wilhelmus JJz met Johanna Pieternella Jansen (1834-1905). Merkwaardig genoeg werd ze op 26 mei 1834 door haar vader Joost Jansen, kruidenier, aangegeven als Johanna Geertruida, terwijl bij de overlijdensaangifte in Arnhem de voornamen Geertruida Johanna luidden. 

Arnold Wiggers

Het Veêrhuis te Kortgene. Prentbriefkaart. Opname: R. Ochtman, ca. 1910 – Beeldbank Zeeland Recordnr. 9838
Veerdienst Kortgene-Wolphaartsdijk, gezien vanaf de silo in Kortgene. Foto C. Kotvis, september 1969 – Beeldbank Zeeland, Recordnr. 11838